„Er is duidelijk sprake van door de Israëlische regering van bovenaf gedirigeerd staatsterrorisme”, aldus delegatieleidster en Novib-voorzitter D’Ancona, tevens oud-minister van Cultuur. „Ze geven een huiveringwekkende invulling aan het begrip bezetting in de Palestijnse gebieden.”

Voormalig CNV-voorzitter Westerlaken kent vergelijkbare gevoelens. „Ik ben nog steeds boos. Ik ben onthutst over de ingrijpende, onrechtvaardige systematiek van de bezetting door Israël. Veel Israëliërs zien de Palestijnen niet als medemensen, maar als iets waar je alles mee kunt doen.”

De delegatie bracht de afgelopen dagen een werkbezoek aan Israël en de Palestijnse gebieden. Sinds oktober verblijven daar acht Nederlandse burgerwaarnemers die namens een aantal ontwikkelingsorganisaties en vredesorganisaties met eigen ogen bekijken wat de gevolgen zijn van de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden.

Volgens D’Ancona en haar mededelegatieleden zijn de Palestijnse gebieden door de vele Israëlische controleposten in zo’n zestig stukken verdeeld. Tientallen huizen en vele hectaren landbouwgrond zijn door Israël vernield. Er vinden buitengerechtelijke executies plaats en door de afsluitingen is de werkloosheid in de Palestijnse gebieden tot boven de 50 procent gestegen. Ruim de helft van de Palestijnen leeft inmiddels onder de absolute armoedegrens, aldus de delegatie.

De praktijk van die bezetting is onthutsend, menen de delegatieleden. „De bezetting heeft weinig te maken met het veiligheidsaspect voor het Israëlische volk”, zegt Westerlaken. „De Israëli’s vernielen een waterput en aardbeienvelden in de Gazastrook. Dat is niets anders dan het vernederen van andere mensen. Het verbaast me dat het Joodse volk blijkbaar niets heeft geleerd van wat hunzelf is aangedaan.”

Ogen geopend
Voor D’Ancona was Israël een land dat ze dacht te kunnen vertrouwen. Maar het bezoek heeft haar de ogen geopend. „Dit is een land dat op alle punten van democratisch gehalte en respect voor internationale afspraken tekortschiet.”