Kamer onderzoekt eigen functioneren
DEN HAAG (ANP) – De Tweede Kamer gaat een onderzoek doen naar haar eigen functioneren. Dat gebeurt door een commissie onder leiding van Kamervoorzitter Verbeet. Ook komt er een extern onderzoek naar de doelmatigheid waarmee de Kamer werkt. Voordat dat af is, legt de Kamer zich niet vast op een besparing van 1,4 miljoen euro die ze zou moeten bijdragen aan de bezuinigingen van het Rijk.
Dat bleek maandag tijdens een debat over de raming, de eigen begroting van de Kamer. Daarbij werd duidelijk dat de meeste fracties niets voelen voor een bezuinigingslijstje dat het presidium (bestuur) van de Kamer had opgesteld om aan het bedrag van 1,4 miljoen te komen.Het lijstje bevat onder meer voorstellen om Kamerleden bij buitenlandse reizen niet langer businessclass te laten vliegen, om parlementariërs tijdens vergaderingen zelf de koffie en thee te laten inschenken, om het ledenrestaurant minder lang open te houden en om de media meer huur te laten betalen voor hun werkruimtes in het Kamergebouw.
De voorstellen werden betiteld als ’hapsnap’ of ’broddelwerk’. CDA, PvdA, ChristenUnie en VVD drongen er in een motie op aan deskundigen van buiten te laten kijken of er niet beter bezuinigd kan worden door taken als het restaurantbedrijf of het schoonmaken van het Kamergebouw uit te besteden. Op basis hiervan beslist de Kamer hoeveel zij zal bijdragen aan de bezuinigingen bij het Rijk.
Op aandringen van CDA’er Schinkelshoek en PvdA–Kamerlid Kalma wil de Kamer verder kritisch kijken naar haar eigen opereren. Volgens Schinkelshoek is er nogal wat mis met het imago van het parlement. Veel burgers denken dat Kamerleden vooral achter incidenten aanhollen en hun agenda laten bepalen door de media. Volgens Schinkelshoek is dat beeld weliswaar niet terecht, maar kan enige zelfreflectie geen kwaad.
Zo vindt Schinkelshoek dat er wel erg veel spoedebatten plaatsvinden en mondelingen en schriftelijke vragen worden gesteld. Ook meent hij dat Kamerleden soms onnodig grote woorden als „schande" en „schandalig" gebruiken.
Kamervoorzitter Verbeet vindt juist dat de Kamer moet ophouden met overdreven zelfkritiek en meer zelfvertrouwen moet tonen. Ze haalde in het debat uit naar het kabinet. Dat heeft volgens haar de neiging plannen, zoals het beleidsprogramma, eerst elders te presenteren en ze dan pas naar de Kamer te sturen. De Kamer dient volgens Verbeet „de eerste geadresseerde" te zijn van beleidsstukken. „Het kabinet laadt de verdenking op zich dat het denkt over een mandaat voor vier jaar te beschikken op basis van het regeerakkoord".