Commissie: De Jager valt niets te verwijten
DEN HAAG – Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft zich als directeur eigenaar van ict bedrijf ISM eCompany niet schuldig gemaakt aan verwijtbaar gedrag en handelen. Wel was er sprake van „onvolkomenheden en kinderziektes” in het gevoerde administratieve beleid bij het concern.
Tot die conclusie komt de commissie Lundqvist, die op verzoek van De Jager zelf zijn functioneren als ondernemer heeft onderzocht.
De staatsecretaris raakte tot twee maal toe in opspraak door publicaties in de Volkskrant over zijn optreden als directeur van ISM. Hij leidde dit bedrijf voordat hij in februari staatssecretaris werd.De Jager zou onder meer de arbeidswetgeving hebben overtreden door de aansprakelijkheid voor de aandoening rsi volledig bij zijn werknemers te leggen. Ook zou hij de oprichting van een ondernemingsraad hebben tegengewerkt.
Volgens de commissie, onder leiding van Amandus Lundqvist, voorzitter van de TU Eindhoven en tevens oud topman van IBM, staat in het arbeidscontract van ISM personeel inderdaad dat de werkgever niet aansprakelijk is voor de gevolgen van rsi en schade uit overige werkomstandigheden. Wanneer die passage wordt aangevochten bij de rechter, zou ze vernietigd kunnen worden. De commissie voegt daaraan toe dat dat tot dusver niet is gebeurd, omdat er geen rsi gevallen zijn geweest.
Wel constateert de commissie dat ISM geen ondernemingsraad heeft, hoewel dat wettelijk is voorgeschreven. Het bedrijf wijkt daarmee echter niet af van wat gebruikelijk is in de ict branche. Ook heeft het personeel niet om een ondernemingsraad gevraagd. Er is bij ISM wel sprake van een personeelsvertegenwoordiging.
Volgens de commissie stond De Jager bij zijn personeel bekend als een goed ondernemer. Wel wordt hij gekenschetst als „in de samenwerking best lastig, soms op het autoritaire af.”
CDA’er De Jager kwam ook kort voor zijn benoeming al in het nieuws over zijn verleden als zakenman. Hij bleek de pensioenpremies van een groot aantal medewerkers te laat te hebben afgedragen.
Premier Balkenende liet destijds weten dat er uit onderzoek geen beletselen naar voren waren gekomen die de benoeming van De Jager in de weg zouden kunnen staan.