Dat concluderen de Inspectie voor de Sanctietoepassing en de Inspectie voor de Gezondheidszorg in een gezamenlijk rapport dat maandag is gepubliceerd.De tbs’er gedroeg zich voor het misdrijf plaatsvond gespannen en minder open, maar die signalen waren voor de kliniek niet te duiden als aanwijzing voor een aanstaand ernstig delict.

Voor alle medewerkers van de kliniek kwam het schietincident als een „complete verrassing.” Staatssecretaris Albayrak (Justitie), die het rapport naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, deelt de conclusie van de inspecties.

Tbs’er Paul R. wordt ervan verdacht dat hij een 44-jarige vrouw uit Enschede heeft doodgeschoten. Het slachtoffer ging samen met haar man en enkele vrienden een avondje stappen. Op de terugweg, in het centrum van de stad, werd de groep beschoten. Daarbij raakten vier anderen lichtgewond.

De tbs’er zat in de laatste fase van zijn behandeling en woonde sinds begin dit jaar zelfstandig in een woning in Enschede. Hij heeft enige tijd bij het palletbedrijf van de echtgenoot van het slachtoffer gewerkt. Na spanningen is dat dienstverband echter beëindigd. De pallethandelaar is eerder veroordeeld voor verboden wapenbezit en hennepteelt.

Albayrak vindt dat klinieken voortaan een zogeheten verklaring omtrent het gedrag (VOG) moeten opvragen van werkgevers van kleine firma’s of eenmansbedrijven die een tbs’er in dienst willen nemen. De bewindsvrouw neemt daarmee een advies van de inspecties over.

De tbs-kliniek heeft wel wat steken laten vallen bij de beschrijving van het verloop van het verlof van R. en bij de controle van afspraken en de overdracht van informatie. Maar volgens de inspecties is er geen oorzakelijk verband tussen die tekortkomingen en de ernstige recidive van de tbs’er.