Binnenland

EU vervangt grondwet door nieuw verdrag

BRUSSEL - De regeringsleiders van de EU-landen zijn er zaterdagmorgen vroeg in geslaagd een akkoord tot stand te brengen over een nieuw verdrag voor de Unie. Uiteindelijk accepteerde ook Polen een compromis.

Buitenlandredactie
25 June 2007 11:59Gewijzigd op 14 November 2020 04:53

„Het heeft lang geduurd, maar we hebben bereikt wat we wilden”, stelde de Duitse bondskanselier Merkel opgelucht vast. Na een dag en een nacht onderhandelen eindigde de EU-top in Brussel om halfvijf in een succes.„Een grote stap voorwaarts”, concludeerde voorzitter Barroso van de Europese Commissie. De Franse president Sarkozy had het over „zeer goed nieuws voor Europa.” Premier Balkenende was eveneens tevreden en gaf als zijn mening: „Dit is een resultaat waarmee we recht doen aan het nee van de Nederlandse burger.”

Het overleg leverde vergaande concessies op in de richting van de voornaamste critici, te weten Groot-Brittannië, Polen en Nederland. De oorspronkelijke grondwet, die in 2005 stuitte op een negatief oordeel in Frankrijk en Nederland, is definitief van tafel. De komende maanden zullen tijdens een zogeheten intergouvernementele conferentie (igc) de gemaakte afspraken worden uitgewerkt in gedetailleerde juridische teksten. Daarna ligt het geheel voor goedkeuring voor aan elk van de lidstaten. Frankrijk en Groot-Brittannië zien waarschijnlijk af van een referendum, omdat het document niet langer een constitutioneel karakter draagt. Streven is dat het beoogde verdrag in 2009 in werking treedt.

Polen lag lange tijd dwars tijdens de top, maar deinsde in de slotfase terug voor een afwijzend oordeel, dat het risico inhield in een isolement verzeild te raken. Het wist binnen te halen dat de invoering van de aanpassing van de stemmenweging, die ongunstig uitpakt voor de regering in Warschau, geleidelijk plaatsvindt en dat pas vanaf 2014. Het behoudt in ieder geval tot 2017 zijn huidige invloed.

Het handvest van de grondrechten van de burger wordt niet opgenomen in de tekst, maar krijgt via een verwijzing in een artikel wel juridisch bindende werking. Het Verenigd Koninkrijk heeft wat dit laatste punt betreft echter een uitzonderingspositie bedongen. De Britten hoeven ook niet mee te doen aan het gemeenschappelijk beleid, zonder vetorecht, op het gebied van justitie en politie.

De Unie krijgt een vaste voorzitter, voor een periode van telkens tweeënhalf jaar. Er komt geen EU-minister van Buitenlandse Zaken. De functionaris blijft hoge vertegenwoordiger heten. Hij beschikt over een eigen diplomatieke dienst.

voetnoot (u17(Zie ook pag. 5: ”Critici Europese grondwet op top tevredengesteld”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer