Asielkinderen dreigen proefproces te verliezen
DEN HAAG (ANP) – De organisatie Defence for Children International (DCI) is somber gestemd over de uitkomsten van een proefproces dat ze tegen de Staat heeft aangespannen. Daarin wordt een verblijfsvergunning geëist voor kinderen van asielzoekers die langer dan vijf jaar in Nederland zijn. Donderdag hebben de partijen hun standpunten toegelicht bij de rechtbank in Den Haag.
DCI–directeur Stan Meuwese zei na afloop van de besloten bijeenkomst „niet optimistisch" te zijn over het vonnis dat de rechter over enkele weken zal vellen. Ook een van de advocaten van de eisers, Michel Collet, stelde dat de opmerkingen die de rechter al heeft gemaakt weinig hoop op een positieve uitspraak geven. DCI is bereid in deze „principiële zaak" eventueel door te procederen tot aan de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege van Nederland.DCI en de vereniging Wij Willen Blijven beschuldigen de Staat van een onrechtmatige daad, omdat de kinderen van uitgeprocedeerde asielzoekers geen verblijfsrechten toegekend krijgen. Dat is volgens de organisaties in strijd met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind en andere mensenrechtenverdragen. Ook zijn gedwongen uitzettingen aantoonbaar schadelijk voor kinderen die hier na al die jaren zijn geworteld, aldus de eisers.
Volgens Collet heeft de rechter, evenals de landsadvocaat, gezegd dat kinderen nu al aan de staatssecretaris van Justitie kunnen vragen om voor hen een uitzondering te maken. In de praktijk werkt dat echter niet, stelde de advocaat van DCI. „Er moet een regel komen dat meer dan vijf jaar verblijf leidt tot een verblijfsvergunning", zei Collet. „De belangen van het kind moeten voorop staan in het vreemdelingenbeleid. Dat is nu niet het geval", aldus Meuwese.
DCI verwerpt het argument van de Staat dat niet de rechter, maar de politiek een besluit moet nemen in deze kwestie. „Wij hebben aangegeven dat de politiek faalt", zei Collet.
Drie asielkinderen deden tijdens een persconferentie van de organisaties hun verhaal. Een van hen, de 12–jarige Soheila Mirzahi uit Afghanistan, vertelde dat ze net niet in aanmerking komt voor de pardonregeling omdat ze daarvoor twee maanden te laat in Nederland aankwam. Ze woont al zes jaar in een asielzoekerscentrum en wil graag in een straat „bij andere Nederlanders" wonen. Mirzahi is bang om terug te gaan naar Afghanistan.