Eindelijk kon de gewone man dan zijn zegje doen over Europa. Twee jaar na het referendum over de EU-grondwet mochten inwoners van Groningen, Apeldoorn, Eindhoven en Den Haag rechtstreeks aan Kamerleden vertellen wat zij vinden van de EU.Voorzitter Waalkens (PvdA) van de vaste Kamercommissie voor Europese zaken toonde zich in zijn nopjes met de inspraakronde. „Dankzij de bijeenkomsten in het land kunnen we ons grondig voorbereiden op het Kamerdebat met de regering, dat plaatsvindt aan de vooravond van de Europese top in Brussel. Daar zal duidelijk worden hoe de EU verdergaat met de Europese grondwet, die in Nederland en Frankrijk is verworpen. De Kamer heeft, na de burgers gehoord te hebben, de kans premier Balkenende een scherp mandaat mee te geven naar Brussel.”

De mensen die een van de vier avonden hebben bezocht, moeten het debat van woensdag met de regering over de EU-top van donderdag en vrijdag als een koude douche hebben ervaren. De burgers kwamen er bekaaid van af. De meeste politieke partijen beperkten zich louter tot het verkondigen van hun eigen mening. PvdA’er Blom bijvoorbeeld: „Wij willen een sterk en sociaal Europa.” En GroenLinks-Kamerlid Peters: „Wij willen dat de EU klimaatsverandering tot doelstelling verheft.”

SGP’er Van der Staaij, die even verwees naar de inspraakbijeenkomsten, vervolgde al snel: „Wij willen een verdrag dat duidelijkheid schept over de geografische grenzen van de EU.” PVV-Kamerlid De Roon hamerde even onverstoorbaar als voor de inspraakronde op hetzelfde aambeeld: „Wij willen geen Europees Parlement.”

Alleen VVD’er Ten Broeke greep uitgebreid terug op de vier bijeenkomsten met burgers. „De zeer nuttige inspraakrondes hebben ons geholpen uw mandaat te bepalen”, hield hij het kabinet voor. „De mensen hielpen ons het nee van het referendum te interpreteren. We zagen de gezichten die horen bij de cijfers uit de vele enquêtes die er zijn gehouden over Europa.” Net als bij de andere partijen veroorzaakte de mening van burgers echter ook bij de liberaal geen koerswijziging. Alle partijen bleven hun oorspronkelijke lijn van voor de inspraakbijeenkomsten trouw.

SP-Kamerlid Van Bommel legde en passant wel uit waarom hij zo weinig heeft gedaan met de inspraakbijeenkomsten. „Die waren niet representatief voor de hele bevolking.” Peters (GroenLinks) gaf deze week in het interne blad van de Kamer al aan te twijfelen aan het karakter van de vier bijeenkomsten. „Doordat je het inspraakbijeenkomsten noemt, wek je de verwachting dat mensen invloed kunnen uitoefenen. Ik was liever in debat gegaan. Het was nu een illusie van participatie en consultatie.”