„De druiven uit het Westland zijn een ware smaaksensatie. Het zoetgehalte is ontzettend hoog, de trossen zijn groot en zwaar en altijd voorzien van een dauwlaagje", aldus Jan Wagemakers, directeur van het themapark. Hij woonde al in straten die de namen Muskaat (witte druivensoort) en Frankenthaler (blauwe druif) droegen. „Hoe toepasselijk wil je het hebben", aldus de geboren Westlander.De aanzet tot het themapark is gegeven door een grote groep ondernemers. „Ruim tien jaar geleden verdween hier de laatste druiventeler. Deze ondernemers konden dat niet over hun hart verkrijgen, mede omdat de druiventeelt het begin is geweest van het Westland. In de zeventiende eeuw was deze plek een soort groentetuintje voor het Hof van Holland in Den Haag. Voor grote feesten en partijen kochten ze hier hun druiven. De druif hoort bij dit gebied".

In Monster is daarom een druiventuin gebouwd met een ouderwetse muurkas, zes serres waarin druiven worden geteeld en een moderne kas. „Daar telen we druiven voor de verkoop. We hopen dit jaar ongeveer 27.000 kilo te produceren. Dat zijn tafeldruiven van topkwaliteit. De Europese Unie heeft inmiddels het predikaat ’Beschermde Geografische Aanduiding’ verstrekt, wat deze druiven exclusief maakt".

In Nederland hebben slechts vijf eetbare producten een zelfde aanduiding. Naast de Westlandse druif zijn dat onder meer de Goudse Kaas en de Opperdoezer Ronde, een aardappel uit West-Friesland.

Naast het telen van druiven wil Wagemakers dat het themapark ook dient als kenniscentrum voor deze teelt. „TNO gaat hier de geneeskrachtige werking van druiven onderzoeken. Daarnaast bouwen we nog een proefkas voor veertig verschillende soorten".

Bij de opening van het themapark wordt nóg een oude traditie van het Westland in ere hersteld: de Druivenprinses. Zij krijgt de taak om de druif bij officiële gelegenheden te promoten. „Dit streekproduct mag niet meer verloren gaan voor het Westland", aldus Wagemakers.