„Mensenhandel beter aanpakken”
HILVERSUM (ANP) - De aanpak van handel in mensen moet verbeteren. Dat zei VVD-Tweede Kamerlid Teeven maandag in een uitzending van Netwerk over een inmiddels opgerolde bende die vrouwen gedwongen in de prostitutie te werk stelde.
Teeven heeft inmiddels Kamervragen gesteld over de aanpak van mensenhandel. Adjunct-directeur M. de Cock van de Stichting Tegen Vrouwenhandel (STV) gaf in de uitzending aan dat het erop lijkt alsof dit soort praktijken slechts op papier prioriteit hebben.De bende, onder leiding van de twee Turkse broers Hasan en Saban B., werd in februari opgerold. Ze onderhielden volgens justitie een omvangrijk netwerk van pooiers en verdienden veel geld aan de vele tientallen vrouwen die in verscheidene prostitutiegebieden in Nederland voor hen werkten, aldus Netwerk, dat het strafdossier heeft ingezien.
De vrouwen moesten al hun verdiende geld afgeven, werden mishandeld en werden in hun ’vrije tijd’ bewaakt door bodyguards. Ook moesten sommigen een tatoeage laten zetten om te laten zien dat ze eigendom waren van de broers B.
Kamerlid Teeven vindt dat politie en justitie veel meer steekproeven onder prostituees moeten houden om erachter te komen of ze wel vrijwillig actief zijn. Ook denkt hij dat de politiekorpsen en het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel niet over complete informatie beschikken. De uitwisseling van gegevens zou beter moeten, ook internationaal.
Ook pleit de parlementariër ervoor dat de grotere politiekorpsen elk twee tot vier personen aanwijzen die structureel bezig zijn met de controle van prostitutiebedrijven. En dan niet door eerst netjes een afspraak te maken, maar met behulp van onder meer onaangekondigde bezoeken.
De Cock van de STV vindt het schrikbarend dat Hasan en Saban B. bijna tien jaar hun gang konden gaan, terwijl de politie een idee had wat er aan de hand was. Uit het politiedossier blijkt volgens Netwerk dat de broers al in 1998 de eerste vrouwen op de Wallen in Amsterdam lieten werken. Het gebruik van veel geweld was daarbij kenmerkend.
De broers en hun elf medeverdachten worden verdacht van mensenhandel, deelname aan een criminele organisatie, mishandeling, afpersing en in een enkel geval poging tot doodslag. Een van de broers zit nog vast in Duitsland, waar hij werd aangehouden. Het is nog onbekend wanneer hij aan Nederland wordt uitgeleverd. In het najaar heeft naar alle waarschijnlijkheid de rechtszaak tegen de bendeleden plaats.