Gezin Haselhoef zegt Krabbendijke vaarwel
KRABBENDIJKE - Het lievelingskonijn van zijn kinderen is gestolen, het paard van zijn vrouw ging na mishandeling dood. Voor imam Abdullah Haselhoef uit Krabbendijke is de maat na jarenlange treiterijen vol. Een emigratie ligt in het verschiet.
Een deel van de koffers staat al klaar, de rest volgt binnenkort. Haselhoefs vrouw en drie dochters vertrekken deze maand nog naar Duitsland. „Mijn vrouw is Duitse en haar woonplezier hier is vergald.” Haselhoef blijft doordeweeks in Nederland, voorlopig in Krabbendijke.„Daar heb ik geen moeite mee, zolang mensen maar van mijn dieren afblijven”, zegt de ’poldermoslim’. Zijn hart ligt bij het Zeeuwse land, maar sinds hij en zijn gezin het doelwit zijn van pesterijen heeft hij een haat-liefdeverhouding.
Haselhoef, nu werkzaam bij de Nederlandse Moslimraad en de Contactgroep Islam, werd landelijk bekend na de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. Hij sprak tijdens een officiële herdenkingsdienst en werd officieuze woordvoerder van de moslims in Nederland. Kort daarop raakte hij in opspraak omdat hij geen imamopleiding had gevolgd en zich negatief uitliet over openbare liefdesblijken tussen homo’s.
Sindsdien heeft de imam, ruim twaalf jaar woonachtig in Krabbendijke, te maken met vernieling, brandstichting en mishandeling. „Op zichzelf zijn het allemaal kleine gebeurtenissen”, bagatelliseert hij. „Maar na zes jaar is gewoon een grens bereikt.”
Veel acties -het gaat in totaal om zo’n 25 incidenten- waren gericht op zijn paardenstal, net buiten het dorp, vertelt Haselhoef. „En juist in paarden heeft mijn vrouw zoveel plezier.” In 2002 is de stal in brand gestoken, in 2003 is een paard afgetuigd en doodgegaan. „Daarna is het mishandelen van de dieren gelukkig minder geworden. Vloog er bijvoorbeeld een stoeptegel door de paardenstal of een baksteen.”
Haselhoef deed al zo’n twintig aangiftes de deur uit. „Elke keer weer kregen we een melding van de politie: we kunnen geen verdere aanknopingspunten vinden.” Ook sprak de Zeeuwse moslim de afgelopen jaren de opeenvolgende burgemeesters van Krabbendijke. „We kunnen natuurlijk geen politieagent voor uw schuur neerzetten, zeiden ze dan. Dan is ook wel weer te begrijpen.”
Raar, vindt Haselhoef de onopgeloste pesterijen in een dorp van maar een paar duizend inwoners, mét veel sociale controle. „Gaat het om tv-bezit of het dragen van een broek door een vrouw, dan weet iedereen ervan af. Dat is het toch vreemd dat er geen mogelijkheid is om uit te zoeken wie hierachter zit?”
De reacties op de website van De Telegraaf op een artikel over de verhuizing naar Duitsland, steken hem het meest. „Sommige mensen vinden het zelfs fantastisch dat het zo is gelopen. Anderen zeggen: Hij roept het zelf over zich af, hij gedraagt zich afwijkend. Tja, inderdaad, m’n vrouw draagt een hoofddoek, maar dat deed Maria, de moeder van Jezus, toch ook?”
Voor de imam staat het vast dat er pubers achter de pesterijen zitten. „Stelen van tuinstoelen, losrukken van 8 meter afrastering; je bent wel behoorlijk ziek als je dat als volwassene doet.” Dat het hoogstwaarschijnlijk om jongeren van reformatorische komaf gaat, betekent niet dat Haselhoef dit misdrijf de christelijke gemeenschap aanrekent. „Het is voor mij geen probleem dat te scheiden. Zoiets doe je niet omdat je christen bent, maar omdat je minder verstand hebt dan een garnaal.” Haselhoef ziet gereformeerde jongeren liever als „mijn kinderen.” De fout die we in Nederland maken is dat we iedereen in hokjes zetten, vindt hij. „Marokkaanse jeugd, christelijke jeugd. Eigenlijk zijn we één groot gezin, ja. Jongeren zijn de mensen die straks voor ons moeten betalen.”