Leger des Heils mag niet-christenen weren
UTRECHT - Het Leger des Heils mag van sollicitanten vragen of ze de christelijke grondslag onderschrijven.
Dat heeft de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) vrijdagmorgen bekendgemaakt. Een inwoner uit Amersfoort had de commissie gevraagd te onderzoeken of de heilssoldaten zich schuldig maken aan verboden onderscheid op grond van godsdienst.De man had belangstelling voor een baan als systeembeheerder, maar las tot zijn ongenoegen in de personeelsadvertentie dat het Leger des Heils alleen christenen in dienst neemt.
In haar uitspraak stelt de commissie dat het Leger des Heils inderdaad direct onderscheid maakt op grond van godsdienst, maar dat de heilssoldaten terecht een beroep mogen doen op de wettelijke uitzondering voor godsdienstige organisaties.
Het is niet de eerste keer dat het Leger des Heils voor de commissie moest aantonen waarom het alleen christenen in dienst neemt. Al drie keer eerder moest de organisatie zich verantwoorden. Ook in die zaken gaf de CGB het leger gelijk.
De commissie geeft in de uitspraak van vrijdag ook aan dat het personeelsbeleid van het Leger des Heils consistent is. „Hieraan doet niet af dat het Leger des Heils in bijzondere situaties ook mensen inleent die niet aan de geloofseisen voldoen. Op deze personen wordt slechts tijdelijk een beroep gedaan, zonder dat deze mensen onderdeel gaan uitmaken van de geloofsorganisatie.”
Volgens de commissie blijkt in de praktijk dat ook van systeembeheerders mag worden verwacht dat deze het geloof -waar mogelijk- uitdragen naar collega’s toe, naar derden via externe contacten of via contacten met de maatschappij. „Het leger heeft aangetoond dat het geloof een centrale rol bij haar inneemt. Het is het geloof dat de werknemers bezieling geeft in het werk en dat de bindende factor is.”