Het gaat met name om immuniteiten en voorrechten. Het verdrag bevat ook bepalingen over de status van advocaten, journalisten en medewerkers van non–gouvernementele organisaties (ngo’s), wier aanwezigheid bij het Hof gewenst of vereist is.De tekst van het verdrag is door de verdragspartijen en de ministerraad goedgekeurd. Maar het parlement moet het verdrag nog ratificeren. Tot die tijd blijft het interim–zetelverdrag van kracht, dat is gebaseerd op het zetelverdrag van het Joegoslavië Tribunaal.

Journalisten en ngo’s trekken al jaren aan de bel over dat verdrag, omdat het voor mensen uit niet EU–landen door de strenge Nederlandse regels erg moeilijk is om aan een visum te komen om de zittingen van het tribunaal bij te wonen. Zij waarschuwden er voor dat dit ook een probleem blijkt te worden bij het Internationaal Strafhof. Ook omdat het strafhof zich in de toekomst zal buigen over zaken waarvoor mensen uit Congo, Uganda en Darfur naar Nederland moeten komen.