Hiv-zaak lijkt vooral daad van agressie
GRONINGEN (ANP) - Het injecteren van met hiv besmet bloed bij een gedrogeerde seksuele partner lijkt eerder een pathologische uiting van agressie dan een seksuele afwijking.
Dat stelt hoogleraar H. van de Wiel van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), die jarenlang onderzoek verrichtte als seksuoloog. Hij reageert hiermee op de arrestatie van vier homoseksuele mannen die tijdens seksfeesten in Groningen meer dan tien seksuele partners hebben geïnjecteerd.„Het injecteren staat in wezen los van de seks”, stelt Van de Wiel. „Uiteraard kan het gepaard gaan met een seksuele lading, zoals dat ook bij verkrachting het geval is. Maar de daad zelf lijkt me vooral een vorm van ziekelijk gedrag, waarvoor in het algemeen de drijfveren erg moeilijk in normale mensentermen te verklaren of te bevatten zijn.”
Van de Wiel kan zich niet herinneren eerder van een soortgelijke affaire als de Groningse zaak gehoord te hebben. „De barebackfeesten zijn natuurlijk bekend”, legt hij uit. „Waar mannen onbeschermde seksuele contacten hebben met partners van wie ze weten dat ze mogelijk besmet zijn. Dat is een seksuele variant van Russische roulette, waarbij de ervaren spanning bijdraagt aan de seksuele opwinding.”
Maar het cruciale verschil is dat men in die gevallen zelf de verantwoordelijkheid neemt. „In het huidige geval vond, voor zover mij bekend, een variant op verkrachting plaats, of, als een slachtoffer overlijdt, zelfs doodslag of moord. Het gaat hier om een geweldsdelict waarbij de dader geen enkele rekening houdt met de wil of de verlangens van de ander.”
Wat de verdachten met hun daad hebben beoogd, is volgens Van de Wiel op grond van de huidige gegevens niet te beoordelen. De seksuoloog is deze vorm van geweld door hiv-patiënten nog niet eerder tegengekomen. „Wel varianten overigens. Ik herinner me een tandarts die aids had en heel bewust slordig met bloed omsprong tijdens het behandelen van zijn patiënten.” Wat zijn drijfveren exact waren, is ook nooit duidelijk geworden.
De hoogleraar waarschuwt vooral de media om de daders niet te snel te stigmatiseren. „Wie om zich heen kijkt, ziet dat mensen elkaar in de wereld dagelijks vreselijke dingen aandoen”, nuanceert hij. „Dat is niets nieuws. De manier waarop dit is gebeurd, is natuurlijk spectaculair. Maar ik geloof niet dat er een heel bewust verband is tussen de locatie van de daad, namelijk de homoseksfeestjes, en de handeling zelf.”
Doordat verdachten werkzaam zijn in de zorgsector, is het injecteren van met hiv besmet bloed een logische en vooral praktische manier om het bloed te verspreiden. „Net zoals de tandarts dat deed bij de potentiële slachtoffers bij wie hij toegang had: zijn patiënten.”
Blijkbaar bezochten de Groningse verdachten seksfeesten en waren daar de omstandigheden voor hen ideaal om te doen wat ze wilden doen. „Maar elke snel gelegde associatie met het homocircuit lijkt me te makkelijk en niet onderbouwd. Als ze bij de ANWB hadden gewerkt, hadden ze wellicht argeloze gestrande automobilisten belaagd.”