Kabinet wil eerder duidelijkheid van aandeelhouders
DEN HAAG (ANP) – Aandeelhouders moeten voortaan eerder aangeven hoe groot hun belang is en duidelijk maken wat hun intenties zijn. Dat is het streven van de ministers Bos (Financiën) en Van der Hoeven (Economische Zaken). Zij toonden zich woensdag positief over aanbevelingen van de commissie onder leiding van Jean Frijns, die de uitvoering van de code-Tabaksblat controleert. Aanleiding voor het advies is de discussie over de toename van aandeelhoudersactivisme in Nederland, zoals onder meer bij Stork.
De commissie stelt voor openheid van aandeelhouders te verlangen vanaf een belang van 5 procent. Ook de drempel voor de melding van de zeggenschap zou moeten worden verlaagd van 5 naar 3 procent. Verder wil de commissie dat aandeelhouders pas punten op de agenda mogen zetten bij een belang van minimaal 3 procent. Nu mogen ze dat al bij een aandeel van 1 procent.Bos, die het advies van Frijns woensdag in ontvangst nam, zei de aanbevelingen te willen overnemen maar zich nog niet te willen vastleggen op de exacte percentages. Het kabinet komt over enkele weken met een definitieve reactie op het advies, dat grotendeels overeenkomt met eerdere aanbevelingen van Frijns.
Oud-minister van Financiën Zalm reageerde eerder terughoudend op de adviezen van Frijns. Zalm stelde dat de meldingsplicht de administratieve lasten van bedrijven opjaagt. Oud-staatssecretaris Joop Wijn stelde toen dat de meldingsplicht zou moeten worden verlaagd naar 1 procent.
Frijns stelde woensdag dat is gekozen voor een meldingsplicht vanaf 3 procent, omdat daarbij wordt aangesloten bij internationale regelgeving. „Nederlandse ondernemingen moeten wel aantrekkelijk blijven voor buitenlandse beleggers", lichtte Frijns toe. Beleggers die een klein belang hebben, blijven volgens de commissie liever anoniem.
De commissievoorzitter benadrukte verder dat zijn advies vooral gaat om nadere spelregels voor een betere verhouding tussen bestuur, commissarissen en aandeelhouders. Het is in zijn ogen niet noodzakelijk om de in 2003 opgestelde code–Tabaksblat fundamenteel te wijzigen.
De commissie geeft ook het advies het bestuur 180 dagen de tijd te geven om te reageren als aandeelhouders een strategiewijziging op de agenda willen zetten. „Het bestuur moet zich niet laten opjagen en de tijd nemen de belangen zorgvuldig af te wegen", lichtte Frijns toe.
Werkgeversorganisatie VNO-NCW vindt het een evenwichtig advies. Ook de vakcentrale FNV vindt dat de commissie goed werk heeft verricht. Toch pleit zij voor beraad in de Sociaal-Economische Raad om het onderwerp over de hele breedte –ook voor wat betreft de positie van de werknemer– te bespreken.
Directeur Peter Paul de Vries van de Vereniging Effectenbezitters (VEB) was minder gecharmeerd van de aanbevelingen. „Het is een gemiste kans", aldus De Vries. „Het zijn slecht gemotiveerde, halfzachte voorstellen. De commissie plakt kleine pleistertjes". De Vries vindt dat de ruimte voor aandeelhouders die „het beste met de onderneming voorhebben" door het advies wordt beperkt. „Terwijl agressieve aandeelhouders die kwaad willen dat nog steeds kunnen".