Vogelaar: Inburgeringsexamen moeilijker
DEN HAAG (ANP) – Buitenlanders die zich in Nederland willen vestigen, krijgen het moeilijker. Minister Vogelaar (Integratie) heeft besloten om de taaltoets Nederlands aan te scherpen die veel toekomstige immigranten in eigen land moeten afleggen. De huidige examendrempel blijkt te eenvoudig.
De bedoeling is dat niet–westerse immigranten enige kennis van het Nederlands hebben voordat ze afreizen. „Dat is nu niet het geval", zei Vogelaar dinsdag in een toelichting. „Daar zitten we een beetje onder".In het eerste jaar dat Nederland het inburgeringsexamen in het land van herkomst hanteerde, is ongeveer 90 procent van de 4434 deelnemers geslaagd. Het examen bestaat uit een kennistest over de Nederlandse samenleving en een taaltoets, waarvoor in het eerste jaar 6 procent zakte. Onder de aangescherpte regels zou een kwart van de migranten die taaltoets niet hebben gehaald.
Vogelaar zei dat het desondanks niet haar bedoeling is om meer buitenlanders te laten zakken voor de toets. „Ik ben daar niet op uit. Ik hoop dat mensen zich steviger voorbereiden om de toets wel te halen".
Onderzoeksinstituut TNO heeft de kwaliteit van het inburgeringsexamen bekeken. Daarnaast heeft een commissie de examens gevolgd gedurende het eerste volledige jaar, dat 15 maart 2006 van start ging.
Uit de controles blijkt dat de opzet van de examens in orde is. Dat heeft de PvdA–minister als een meevaller ervaren, omdat ze zelf in eerste instantie sceptisch was over onderdelen van de inburgeringstoets.
Het probleem met de taaltoets is dat de kennis van deelnemers momenteel hoger wordt ingeschat dan de ontwikkelaars van de test hadden bedoeld. Daarom moeten mensen voortaan meer goede antwoorden geven om een voldoende te krijgen.
De taaltoets controleert migranten op een beperkte, Nederlandse woordenschat. Het gaat om een mondelinge test van basale woorden, niet om een conversatie. Het afgelopen jaar hebben ook analfabete immigranten de toets met succes afgelegd.
Migranten die het inburgeringsexamen hebben gehaald, moeten in Nederland verder werken aan hun taalvaardigheid.