„Verspilling van vruchtbare grond”
GOUDSWAARD - Drie generaties Van den Berg runden een akkerbouwbedrijf op het eiland Tiengemeten. De laatste vertrok in 1999 en zocht zijn toevlucht in het Zeeuwse Oud-Vossemeer. Zijn vader, R. van den Berg (88), is „verdrietig” over wat er met ’zijn’ eiland gebeurt. „Het is je reinste verspilling van goede landbouwgrond.”
Van den Berg, die zijn hele arbeidzame leven als akkerbouwer op Tiengemeten doorbracht, haalt met zijn vrouw E. van den Berg-Trouw (78) herinneringen op aan vervlogen tijden. Zijn vader was een kleine boer in ’s-Gravendeel die in 1921 de kans kreeg om met zijn zwager een bedrijf te beginnen op Tiengemeten.De toen nog jonge Van den Berg kwam op z’n dertiende van de lagere school en ging direct op de boerderij werken. In 1952 -een paar jaar getrouwd- nam hij het bedrijf van zijn vader over. Het was hard werken geblazen. „Tegenwoordig gaat het allemaal machinaal, maar ik moest nog veel werk met de hand doen. Het ploegen deed ik ook nog op de ouderwetse manier, met vier paarden.”
In 1985 vertrok Van den Berg met zijn vrouw -het echtpaar had negen kinderen- van het eiland naar een woning in Goudswaard. Zijn zoon Jan (57) nam het bedrijf over, maar moest vanwege de plannen met Tiengemeten in 1999 verkassen naar Tholen. Zijn ouders blikken met heimwee terug op hun jarenlange verblijf op het eiland. „Eigenlijk had je er met niemand iets te maken; je was erg vrij.”
Misschien toch ook een tikkeltje geïsoleerd? „Een beetje wel”, moet Van den Berg toegeven, „maar je had genoeg aanspraak. We konden van het eiland af met het veerpontje dat eens per uur voer. Voor boodschappen hoefden we de deur niet uit. De kruidenier en de bakker kwamen aan huis.”
De kerkgang was in die tijd praktisch gezien erg lastig. Het echtpaar -aangesloten bij de gereformeerde gemeente in hun huidige woonplaats- kon op zondag met een groot gezin niet „eventjes” naar het vasteland. „We hielden op zondag diensten bij iemand thuis, waarbij een preek werd gelezen. Bij doordeweekse diensten was het wat makkelijker, want dan konden we de kerkgang combineren met een dagje uit.”
Hoe eenzaam Tiengemeten kon zijn, bleek in de uitermate strenge winter van 1984-1985. „Het eiland was ingesloten door het ijs. Normaal gesproken gingen de kinderen met het veerpontje naar school, maar in die periode haalde een helikopter hen op. Over het ijs naar de vaste wal lopen was levensgevaarlijk.”
Het echtpaar maakte ook de watersnoodramp van 1953 mee. „Onze woning stond in de polder, dus we waren naar het huis van de eilandopzichter getrokken”, zegt mevrouw Van den Berg. „Daar zaten we met veertig man op zolder bij elkaar, terwijl het water tot aan de zesde trede van de zoldertrap kwam. De opzichter controleerde de dijken en kwam niet meer terug. Hij is verdronken.”