De drie bouwers van de Schipholtunnel –Strukton Betonbouw, Hollandse Beton en Waterbouw en KSS– hebben bij de aanleg van de Schipholtunnel voor miljoenen guldens gefraudeerd. De drie moesten elk een miljoen betalen, waarmee verdere strafrechtelijke vervolging van de baan is.

In zijn brief betoogde Korthals dat de regering in deze zaak niet in beroep kan gaan, omdat zij dan, namens de staat, tegen zichzelf in beroep zou gaan. Bovendien zijn de bedrijven wel degelijk beboet, vindt Korthals. Aan bedrijven kan een andere straf dan een geldboete immers niet worden opgelegd. Bovendien is een miljoen het hoogste bedrag dat het OM kon binnenhalen. Korthals wil wel onderzoeken of hij de boetes voor fraude kan verhogen.

De meeste fracties in de Kamer onderschrijven die lezing. Vorige week eiste een meerderheid onder aanvoering van PvdA en CDA dat het kabinet het OM zou terugfluiten. CDA’er Leers erkende maandagavond dat een beroep inderdaad niet tot de mogelijkheden behoort.

Bedroevend
PvdA-fractievoorzitter Melkert zegt nog te twijfelen. De argumentatie roept nog wel wat vragen op, vindt Melkert. Maar de PvdA zal er waarschijnlijk alleen nog op aandringen de Schipholfraude onderdeel te maken van een parlementair onderzoek naar andere beschuldigingen van grootscheepse fraude in de bouw.

Korthals’ eigen VVD is nooit voorstander geweest van een beroep tegen de schikking. De minister moet zich niet bemoeien met individuele strafzaken, oordeelt VVD-leider Dijkstal.

D66 vindt dat Korthals had moeten voorkomen dat het OM een schikking zou treffen met de aannemers. Maar Korthals wist niet waar het OM mee bezig was. „Bedroevend”, vindt fractievoorzitter De Graaf. Het OM heeft wat hem betreft geblunderd. „Dit mag niet weer gebeuren.” Ook het CDA verwijt Korthals niet te weten wat er onder zijn politieke verantwoordelijkheid speelt.