Als gevolg van de gijzelingen in 1977 lopen nu nog tientallen slachtoffers rond met psychische klachten. De lotgenoten, verenigd in de stichting ”De school van Bovensmilde”, vragen de artsen in Bovensmilde „extra alert te zijn op indicaties die mogelijk kunnen wijzen op een relatie met de gijzeling.”De stichting meldt in de brief „uiterst schrijnende” situaties mee te maken, waarbij sprake is van „verontrustende psychiatrische klachten die het normale levenspatroon verstoren.”

Vier Molukkers gijzelden vanaf 23 mei 1977 dagenlang zo’n honderd kinderen op hun school in Bovensmilde; enkele leraren werden wekenlang vastgehouden. Tegelijkertijd kaapten andere Molukkers een trein bij De Punt. Op 11 juni 1977 kwam er een eind aan de acties. Bij de ontzetting van de trein kwamen zes gijzelnemers en twee passagiers om het leven. De Molukse acties kwamen voort uit onvrede over de behandeling van Molukkers in Nederland. Ook werd aandacht gevraagd voor een onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken (RMS).

Op de website van de stichting ”De school van Bovensmilde” zijn recent enkele „intimiderende” berichten geplaatst, ook van Molukse zijde. Dat bevestigde bestuurslid Astrid Tingen woensdagmorgen. Eén „bedreigend bericht dat echt niet door de beugel kon” is van de website gehaald. De afzender komt volgens Tingen niet uit Molukse kring. Naar aanleiding van dat bericht is Tingen naar de politie gestapt. Op advies van justitie is uiteindelijk afgezien van het doen van aangifte.

Vanuit de kring van slachtoffers is met afschuw op de intimidaties gereageerd. E. van Vliet, destijds hoofd van de school in Bovensmilde, spreekt van „een paar opgewonden figuren” en benadrukt tegelijkertijd dat veel Molukkers bedreigingen zullen afwijzen.