Het drama speelde zich af tegen de achtergrond van zowel de Indiase afkomst van de verdachte als diens sikh-religie.

De man stak het –eveneens Indiase– slachtoffer Sanminder Singh, die uit een lagere kaste kwam dan die van verdachte en daarom niet als potentiële schoonzoon werd geaccepteerd, neer in zijn eigen damesmodezaak in het Goudse winkelcentrum Bloemendaal, waar ook zijn dochter werkt. In die winkel hadden de dochter en het latere slachtoffer geheime ontmoetingen, ook nadat de dochter op 5 februari in India was uitgehuwelijkt.

In januari had de familie van de verdachte het slachtoffer al eens in elkaar geslagen om hem uit de buurt van de dochter te houden. Dat was nadat het stel de wijk had genomen naar India, maar weer was teruggekomen om de zaak uit te praten. De vader van het meisje had toen echter een aantal pikante foto’s van het stel onder ogen gekregen, waarna het pak slaag volgde.

De uiteindelijke steekpartij een halfjaar na de uithuwelijking was volgens de vader geen eerwraakkwestie maar zelfbescherming. Hij beweert te zijn aangevallen door het slachtoffer. Zijn raadslieden mr. M. Groen en G. Szegedi vroegen om ontslag van rechtsvervolging wegens noodweer. De verdachte heeft een schoonmaakbedrijf en twee kledingwinkels. Hij is sinds 1977 in Nederland en in 1984 genaturaliseerd.

Uitspraak 10 december.