Volgens de CGB gingen deze mensen er ten onrechte vanuit dat ze in Suriname rechten hebben opgebouwd voor de oudedagsvoorziening, zolang het land deel uitmaakte van het Nederlandse koninkrijk. Maar CDA-Kamerlid Ferrier stelt dat wel blijkt dat Nederland de immigranten niet op het belang heeft gewezen dat ze een jaar na binnenkomst iets doen aan hun achterstand in de AOW-opbouw.De Kamer wil van Donner weten in hoeverre dit ook geldt voor Nederlanders van Antilliaanse en Arubaanse afkomst door afspraken over de autonomie met de eilanden. Daarbij wijst Ferrier erop dat in de Kamer al langer zorgen bestaan over mensen, vooral allochtonen, met een onvolledige AOW.

Doordat migranten vaak op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen, hebben ze maar gedeeltelijk AOW-rechten opgebouwd. Om een volledige oudedagsvoorziening van de staat te krijgen, moet iemand tussen zijn 15e en 65e verjaardag in Nederland hebben gewoond.

De gemiste jaren kunnen mensen later inkopen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), maar dat kost behoorlijk wat geld. De Kamer vraagt Donner of hij de aanbevelingen van de CGB wil overnemen en bijvoorbeeld het inkopen van AOW goedkoper gaat maken of het met fiscale maatregelen makkelijker wil maken.

Volgens Ferrier moet Donner nu eerst de problemen met onvolledige AOW-uitkeringen in kaart brengen en uitzoeken welke oplossingen aan mensen wordt geboden, zodra ze onder het sociaal minimum terechtkomen. Zo heeft het CDA al eerder geopperd dat de SVB mensen met een AOW-gat actief kan benaderen en gemeenten kan melden wie een onvolledig staatspensioen ontvangt en recht heeft op aanvullende bijstand.