Binnenland

„Na borstsparende operatie chemo en hormonen nodig”

MAASTRICHT - Borstkankerpatiënten jonger dan veertig jaar moeten, na een borstsparende operatie, standaard worden behandeld met een chemokuur en/of hormonale therapie.

Wetenschapsredactie
5 April 2007 15:42Gewijzigd op 14 November 2020 04:40

Dat concluderen studenten van de Universiteit Maastricht op grond van hun onderzoek onder ongeveer 750 borstkankerpatiënten die tussen 1988 en 2002 een borstsparende operatie hebben ondergaan. De resultaten van de studie worden binnenkort gepubliceerd in het Amerikaanse tijdschrift Cancer.Uit het onderzoek blijkt, dat de vrouwen die behalve de verwijdering van de tumor en bestraling, ook nog chemo- en/of hormonale therapie kregen, veel minder kans hadden op terugkeer van de tumor in de behandelde borst.

De behandeling van de vrouwen bestond uit verwijdering van de tumor, aangevuld met bestraling. Een deel van hen (43 procent) ontving aanvullende behandeling (chemo- en/of hormonale therapie) volgens de op dat moment geldende richtlijnen. Vijf jaar na de operatie was de tumor bij 9 procent van de patiënten in dezelfde borst teruggekeerd. Na tien jaar was dat bij 17,9 procent het geval. Dat risico was meer dan de helft lager in de patiëntengroep die aanvullend was behandeld, evenals de kans op het ontstaan van een nieuwe tumor in de andere borst.

Borstparende behandeling is een geaccepteerd alternatief voor borstamputatie bij borstkanker in een vroeg stadium. Voor beide behandelingsvormen zijn bij tumoren tot vijf centimeter vergelijkbare overlevingskansen gemeten in verschillende grote studies. Borstsparende behandeling heeft echter voordelen voor het seksueel functioneren en leidt tot een geringere aantasting van het eigen lichaamsbeeld, en zou daarom met name voor jonge vrouwen een voor de hand liggende keuze zijn.

Echter, juist bij jonge vrouwen is de kans op terugkeer van de tumor in de behandelde borst nog steeds vrij hoog. Dit hogere risico verklaart waarschijnlijk voor een deel waarom in Nederland ongeveer de helft van de jonge vrouwen niet borstsparend wordt behandeld.

Volgens de auteurs pleiten hun onderzoeksresultaten voor aanpassing van de behandelrichtlijn: iedere patiënt van veertig jaar of jonger zou aanvullend moeten worden behandeld na een borstsparende behandeling.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer