De rechtbank veroordeelde Zoetermeerder H. vorig jaar al tot levenslang, conform de eis van de officier van justitie. H. tekende hoger beroep aan omdat de maximale straf hem „geen perspectief” biedt. Volgens Van der Horst gaat H. eraan voorbij „dat hijzelf op nietsontziende wijze drie jonge, zeer jonge mensen een toekomst heeft ontnomen door hen letterlijk de adem te benemen.”Het betoog van Van der Horst werd voorafgegaan door een verklaring van de moeder van Claudia, de echtgenote van H. Zij schetste in enkele minuten het nauwelijks te bevatten leed dat H. de nabestaanden heeft aangedaan. „Wij zitten gevangen in ons verdriet, woede en onmacht. Wij hebben levenslang en moeten dit lot met ons meetorsen.”

H. had destijds diverse buitenechtelijke affaires. Eén daarvan was met een Poolse vrouw, die hij via internet had leren kennen. Hij wilde haar op 8 april thuis kunnen ontvangen. Hij heeft zelf verklaard dat zijn gezin hem daarbij in de weg stond.

In de bewuste nacht sloeg H. eerst zijn vrouw met een hard voorwerp bewusteloos, om haar vervolgens te wurgen. Daarna liep hij naar de slaapkamers van zijn dochtertjes, die hij eveneens wurgde. Hij vervoerde de lichamen van de slachtoffers naar een bos in Brabant, om deze in een zelf gedolven graf te dumpen.

Terug in Zoetermeer wiste hij de sporen. Het weekend daarop bracht hij thuis door met zijn Poolse vriendin. Nadat zij vertrokken was, gaf H. zijn gezin als vermist op. Het duurde tien dagen voordat de politie hem als dader kon ontmaskeren. Zij betrapte H. op leugens en vond bloedsporen in de woning en in H.’s auto. De lichamen konden op H.’s aanwijzing worden opgegraven.

Alleen een levenslange celstraf kan volgens aanklager Van der Horst tot „adequate vergelding” leiden.

De advocaten van H. menen dat hun cliënt behandeld moet worden in een tbs-kliniek. Een reeks gedragsdeskundigen heeft zich over H. gebogen en kwam niet tot eensluidende conclusies. Van der Horst hecht de meeste waarde aan het oordeel van het Pieter Baan Centrum, dat geen noemenswaardige stoornis bij H. kon ontdekken.

Het gerechtshof doet op 13 april uitspraak.