Onenigheid over overblijven
DEN HAAG - De Tweede Kamer en het kabinet zijn het oneens over de vergoeding voor vrijwillige overblijfkrachten op basisscholen.
De meerderheid van de Tweede Kamer vindt dat de onbelaste vrijwilligersvergoeding die overblijfkrachten krijgen, omhoog moet, zo bleek donderdag tijdens een commissievergadering.Scholen mogen de overblijfkrachten 4,50 euro per uur uitkeren met een maximum van 1500 euro. Volgens de Kamer is het uurtarief te laag. Daardoor hebben scholen moeite om ouders te vinden die dit werk willen doen. Als er onvoldoende ouders zijn, moet de school professionele overblijfkrachten inhuren. Dat leidt weer tot een aanzienlijke kostenstijging voor de ouders die van de overblijfmogelijkheid voor hun kinderen gebruikmaken.
Staatssecretaris De Jager van Financiën is niet van zins om aan de wens van de Kamer tegemoet te komen. Hij wees er gisteren op dat de onbelaste vrijwilligersvergoeding onlangs al is verdubbeld. Hij wil voorkomen dat het uurtarief voor de vrijwilligersvergoeding te dicht in de buurt van het minimumloon komt. De vrijwilligersvergoeding bedraagt op dit moment 80 procent van het minimumloon.
Staatssecretaris Dijksma van Onderwijs beloofde de Kamer gisteren de mogelijke knelpunten bij het overblijven nog eens te laten onderzoeken. Ze zal ook extra geld beschikbaar stellen voor de scholing van overblijfkrachten.