Limmen richt zijn verontwaardiging vooral op het college. „Dat particuliere groepen of afzonderlijke politieke partijen zich bedienen van provocerende taal, is nog tot daar aan toe. Als ze dat doen, is het spijtig, maar het is hun goed recht. Maar het is iets anders als het college die taal klakkeloos overneemt.”Volgens Limmen dient het college te spreken voor alle Amsterdammers, dus ook voor de religieuze burgers. „Dit past dus niet in Cohens politiek van ”de boel bij elkaar houden”.” Het stadsbestuur is verantwoording schuldig aan alle Amsterdammers, meent Limmen. „Dus ook aan joden, moslims en christenen die aanstoot zouden kunnen nemen aan een dergelijke verwijzing naar de Tien Geboden. Dit is respectloos.”

Inhoudelijk heeft u minder bezwaren?
„Dat is ons punt niet. De tolerantie tegenover homo’s is bovendien afgenomen in onze stad. Maar het moet mogelijk zijn om maatregelen te nemen voor het verbeteren van de veiligheid, gezondheid en cultuur van homoseksuelen zonder zich uit te drukken in dergelijke provocatieve termen. Van de tien geboden moeten ze afblijven.”

Niet slim, dit stuk.
„Zeker niet. Waarom riskeert dat religieuze Amsterdammers zich door de bewoordingen van gemeentelijk beleid beledigd voelen? Ik ben er vorige week in de commissie erg boos over geworden. Vooral omdat ik totaal geen begrip ontmoette. Hoe kun je een bepaalde groep bevoordelen, en anderen vervolgens benadelen?”

Wat was de reactie van het college?
„ Ik ontmoette totaal geen begrip. Alsof ik het alleen maar over de vorm had. We hadden nog wel verwacht dat men bereid zou zijn om deze stukken in een andere mal te gieten, maar daar was totaal geen sprake van.”

Wat kun u hier verder tegen doen?
„Volgende week tijdens de raadsvergadering zullen we verdere stappen nemen. We overwegen een motie, maar het is de vraag of we daar steun voor krijgen.”