„Geen punt achter Tenerife, wel afsluiting”
RIJSWIJK (ANP) - „Je bent totaal van de wereld, de klok loopt door, maar jij merkt er niets van. Je slaapt niet en je hebt geen nachtmerrie meer, want je leven is de nachtmerrie.”
Jan Groenewoud verloor op 20-jarige leeftijd zijn ouders, zijn zusjes, een zwager en twee neefjes op Tenerife. Zijn familie zat op vlucht KL4805 naar Gran Canaria, die moest uitwijken naar Tenerife wegens een bommelding op Las Palmas. Op Tenerife botste het KLM-toestel op een Boeing van de Amerikaanse vliegtuigmaatschappij PanAm en zo voltrok zich op 27 maart 1977 de grootste vliegramp in de geschiedenis van de burgerluchtvaart. Bij de crash kwamen 583 mensen om.De ramp gebeurde om 17.06 uur lokale tijd. Het is op Tenerife een uur vroeger dan in Nederland. „Ik zat thuis toen ’s avonds de eerste berichten via extra nieuwsuitzendingen binnenkwamen. Ik schrok niet echt. Ze gingen immers niet naar Tenerife. In eerste instantie was het gewoon een verschrikkelijke ramp net als elke andere ramp. Ik realiseerde me niet dat die ramp op mijn eigen leven betrekking had. Als dat besef komt, valt de aarde onder je voeten vandaan. Het is als een totale aardverschuiving.”
In de loop van die zondagavond werd duidelijk dat geen van de passagiers aan boord van het KLM-toestel de crash had overleefd. In de dagen die volgden werden zoveel mogelijk slachtoffers geïdentificeerd aan de hand van gebitsgegevens. Voor sommigen is dat nooit gelukt. „Voor mijn familie is het gelukt, gelukkig”, vertelt Groenewoud. „De identificatie brengt troost, maar het is tegelijkertijd ook een harde klap; dat het onomkeerbaar is en definitief.”
Anderhalve week na de crash was er op Schiphol een herdenking. „Niemand had contact met elkaar; niemand sprak met elkaar. Ieder zat met zijn eigen verdriet”, beschrijft Groenewoud die periode. „De stilte onderling was een drempel. Terwijl heel Nederland getroffen was, praatte je niet met elkaar. Binnen twee weken werd het boek gesloten.”
De stilte beviel Groenewoud slecht. „Ik dacht na tien jaar: Waarom is er nog geen herdenking? Er moest iets gebeuren.” Groenewoud besloot in 2001 met twee vrienden de Stichting Nabestaanden Slachtoffers Tenerife op te richten om in contact te komen met nabestaanden en betrokkenen. Na 25 jaar had op 27 maart 2002 in de RAI in Amsterdam een eerste en besloten herdenkingsdienst plaats. Tijdens de herdenking bleek er onder de nabestaanden behoefte aan een monument op Tenerife. „Dat werd onze tweede missie”, aldus Groenewoud.
Na een bezoek aan het eiland bleek een vermoeden waarheid: er was niets op het eiland dat aan de ramp herinnerde. Het werk van de stichting begon. De autoriteiten op Tenerife werkten enthousiast mee. „Waarom ze zelf niets hebben gedaan, weet ik niet. Misschien worstelden ze ook met de vraag wat te doen.”
Dinsdag zal het International Tenerife Memorial op de berg Mesa Mota worden onthuld. Voor Groenewoud zullen de onthulling van het monument en de herdenkingsdienst ook een afsluiting zijn. Na zes jaar intensief bezig te zijn geweest met de stichting is het tijd „dat het stokje naar iemand anders gaat.”
De stichting zal ook niet jaarlijks of een keer in de vijf jaar een herdenking organiseren. „De plek is er nu en daarmee dus de mogelijkheid voor alle betrokkenen om op elk moment van de dag te herdenken.”
De plek is ook belangrijk voor het nageslacht. Groenewouds kinderen hebben hun opa en oma nooit gekend. „Daar ligt een stuk geschiedenis dat eerst door zand afgedekt was. De nabestaanden wordt eindelijk recht gedaan.”
Een punt komt er niet achter Tenerife. „Dat komt er nooit, denk ik. Het is een deel van mezelf en al die anderen. De schakel die je met mensen deelt.”