CNV–voorzitter René Paas zei vrijdag dat hij zo de trend wil doorbreken dat bedrijven steeds meer „wegwerppersoneel" gebruiken. Volgens Paas dumpen nu te veel werkgevers hun tijdelijke krachten na afloop van hun contract in de WW. „Die is daar nooit voor bedoeld.“Uit onderzoek blijkt volgens hem dat bijna de helft van de mensen die een beroep doen op de WW een tijdelijk contract had. „De hele maatschappij draagt daarvan de lasten”, aldus Paas. Hij wil dat rechtzetten en de vervuiler laten betalen. Als werkgevers per se veel flexkrachten willen, heeft dat volgens Paas gewoon zijn prijs. „Alle waar naar zijn geld."

Slechts vier op de tien tijdelijke krachten heeft uitzicht op een vaste baan, concludeert het CNV op basis van eigen onderzoek. Hoe langer werknemers op tijdelijke basis werken, hoe onzekerder zij worden over een vaste aanstelling. Ongeveer de helft, zeker de 35–plusser, ervaart het als belastend weer een andere baan te moeten zoeken.

Werkgevers moeten volgens Paas flexwerkers meer zekerheid bieden. Scholing verhoogt iemands kansen op het vinden van nieuw werk. Maar in tijdelijke krachten wordt volgens de CNV–voorman nou juist minder geïnvesteerd dan in vast personeel. Om dat te veranderen wil hij dat de overheid „desnoods kostendekkend" de opleidingskosten voor flexibele werknemers compenseert.

Nu kan iemand volgens de Wet flex en zekerheid maximaal drie tijdelijke contracten in drie jaar tijd krijgen. Paas wijst erop dat nu vaak personeel na drie tijdelijke contracten als ’wegwerppersoneel’ wordt ingeruild voor nieuwe flexkrachten. Hij wil ook dat mensen tijdig te horen krijgen of hun contract wordt verlengd.

Het ministerie van Sociale Zaken evalueert de zogenoemde Flexwet binnenkort. Paas wil dat de wet wordt aangescherpt tot maximaal twee contracten in twee jaar, zodat werknemers niet te lang in onzekerheid verkeren. Het mag alleen langer als werkgevers en vakbonden in cao’s afspreken dat daar scholing voor de flexwerkers tegenover staat.