Overtreders worden daarbij geconfronteerd met hun rijgedrag. Een tekstkar laat hun kenteken zien, de gereden snelheid en het advies langzamer te rijden. In tegenstelling tot een vorige proef, kunnen deze keer echter ook boetes worden uitgedeeld.Rijkswaterstaat maakte maandag bekend dat bij deze proef ook het KLPD en het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie worden betrokken. Door deze samenwerking kan worden gekozen voor alleen feedback of een combinatie van terugkoppeling en boetes.

Wegwerkers voelen zich vaak onveilig door te snel passerend verkeer. Afhankelijk van het moment van de dag rijdt een derde tot de helft van de automobilisten te hard. Wegwerkers willen dan ook de maximumsnelheid verlagen tot 50 kilometer per uur en meer bekeuren.

Rijkswaterstaat begon oktober vorig jaar met een proef op drie trajecten (in Zeeland, Limburg en Gelderland). De waarschuwing bij een te hoge snelheid blijkt effect te hebben op weggebruikers die het traject vaker passeren.

Zo daalde tijdens de proef op een van de trajecten de gemiddelde snelheid van automobilisten die in het begin een melding voor te hard rijden hadden gekregen, van 77,9 naar 67,1 kilometer per uur. Op een andere plek waar wegwerkers aan de slag waren, verminderden eerder gewaarschuwde jakkeraars hun tempo van gemiddeld 83,1 tot 65,6 kilometer per uur.

Volgens een woordvoerster van Rijkswaterstaat komt er nu een herhaling van de proef door heel Nederland. Daarbij zal afwisselend met en zonder boetes worden gewerkt, om uit te zoeken wat het beste werkt.

De eerste proef, waarbij in principe geen boetes werden uitgedeeld, werd volgens Rijkswaterstaat zowel door weggebruikers als wegwerkers goed ontvangen.