Ook eiste de aanklager honderd dagen cel, waarvan het grootste deel voorwaardelijk.De officier van justitie was bijzonder verontwaardigd dat de verdachte was doorgereden terwijl er een politieman voor de auto stond.

De agent had samen met een collega drie mannen betrapt die een fiets naar een container gooiden. Een vierde man, die achter het stuur van een auto zat te wachten, maakte zich uit de voeten. Later in de nacht werd hij opgepakt.

De verdachte herhaalde tegenover de rechters dat hij niet wist wat zijn vrienden hadden uitgehaald toen zij riepen dat hij weg moest rijden. De verdachte had hierop zijn lichten gedoofd en was met hoge snelheid weggereden.

Hij gaf toe dat hij dom was geweest om zich zo door zijn vrienden te laten opjutten. Hij bood excuses aan aan de agent, die aanwezig was op de zitting.

De officier van justitie achtte poging tot zware mishandeling bewezen, hoewel de verdachte was gedagvaard voor poging tot doodslag. De aanklager achtte het echter niet mogelijk om iemand die anderhalve meter voor een stilstaande auto staat, dood te rijden.

De officier nam ook in ogenschouw dat de verdachte geen strafblad had en normaal functioneerde in de maatschappij. Ze vindt dat de man, die dertien dagen in voorarrest heeft gezeten, niet terug hoeft naar de gevangenis. Maar ze vindt wel dat hij een jaar niet mag autorijden.

De uitspraak is op 19 maart.