Geen vervolging Staat om brand Catshuis
DEN HAAG (ANP) – Het openbaar ministerie hoeft de Staat der Nederlanden niet te vervolgen voor de dood van een 49–jarige schilder in het Catshuis. Volgens het gerechtshof in Den Haag is er onvoldoende bewijs dat de staat schuld heeft aan zijn dood.
Dat heeft advocaat Van der Biezen donderdag gezegd. Hij is de raadsman van de weduwe van het slachtoffer dat in mei 2004 om het leven kwam bij een brand in de ambtswoning van de minister–president.Een woordvoerder van het hof kon donderdag niet op de uitspraak ingaan. Volgens hem is dat onmogelijk omdat deze achter gesloten deuren plaatsvond. „Het enige dat ik kan zeggen is dat er een uitspraak is gedaan".
Het slachtoffer uit Ridderkerk was met een collega bezig om de waslaag van de vloeren van de ambtswoning van de minister–president te verwijderen. Ze gebruikten daarbij het verboden oplosmiddel thinner. De thinner vloog waarschijnlijk in de brand doordat de waakvlam van de haard in de herenkamer al die tijd brandde. Het gebruik van thinner binnenshuis is al ruim zeven jaar verboden.
Van der Biezen wijst erop dat in april een getuigenverhoor zal plaatsvinden. Daaruit zullen wellicht meer aanwijzingen naar voren komen over betrokkenheid van rijksambtenaren. Het hof wijst in zijn beslissing ook naar die verhoren.
De advocaat is ervan overtuigd dat ambtenaren van de dienst op de hoogte waren dat de schilders het verboden thinner gebruikten. Dat stelde de rechtbank vorig jaar maart ook al in haar vonnis tegen het schildersbedrijf. De boete viel daarom lager uit dan het Openbaar Ministerie tegen het bedrijf had geëist.
Het hof oordeelde dat de rechters de rol van de rijksambtenaren onvoldoende hebben onderbouwd, aldus Van der Biezen.
Ook FNV Bouw spande een procedure aan om tot vervolging van de Rijksgebouwendienst te komen. Van Haaster, voorzitter van FNV Bouw is teleurgesteld in de uitspraak. „Zeker omdat de rechtbank eerder tot heel andere conclusies kwam". De voorzitter zegt dat als er tijdens het getuigenverhoor in april nieuwe aanwijzingen aan het licht komen dat ambtenaren betrokken zijn bij het ongeval, FNV Bouw opnieuw een procedure zal beginnen om de Rijksgebouwendienst als opdrachtgever te vervolgen.