Eigenwijze oogjes kijken nieuwsgierig uit Dunks zuurstokroze kop. Zijn appeltjesgroene lijfje is zacht en aaibaar. Flo, Chick en Rabbit zien er al even knuffelachtig uit.Bedenkster van het hippe viertal is Anneke Groenendaal. Haar loopbaan is net zo veelkleurig als de knuffels. Nadat ze onder meer een opleiding aan de kunstacademie had gevolgd, kwam ze terecht bij kinderkledingketen Villa Happ. „Ik begon als styliste en eindigde er als commercieel directeur.”

Na veertien jaar Villa Happ werd het tijd voor iets anders. „Ik wilde graag een zakelijke onderneming met een idealistische inslag opzetten.” Samen met zakenpartner Leo Pullens richtte de Waalwijkse Bacladi op.

„Growing up can wait”, volwassen worden kan wachten, is het motto van het bedrijf. Groenendaal: „Kinderen staan open voor allerlei indrukken. Zij zien nog niet de verschillen die volwassenen wel zien. Afwijkende huidskleur, een andere taal, voor kinderen maakt het niet uit. Wij proberen ze met onze knuffels en hun bijbehorende verhalen die ontvankelijkheid te laten houden. In een prentenboek laten we bijvoorbeeld zien dat de dieren elkaar juist door hun verschillende eigenschappen nodig hebben.”

Groenendaal bedenkt het concept voor elk nieuw product. Vervolgens gaan twee ontwerpsters er mee aan de slag. Ieder artikel dat zij maken, gaat langs de ’keuringscommissie’. „Wij stellen hoge eisen. Het artikel moet grappig, anders dan anders zijn. Ook heeft het vaak iets extra’s, zoals een knisperstaart. De artikelen zijn bovendien handmatig afgewerkt.”

De collectie is inmiddels veel breder dan de vier knuffels in verschillende uitvoeringen. Groenendaal: „We verkopen bijvoorbeeld ook zogenaamde mamakettingen.” Ze laat drie kleurige koorden zien. Aan de touwtjes zitten miniknuffels vast. „Handig voor moeders met een baby op schoot. Dragen ze een mamaketting, dan zijn sieraden niet meer interessant.”

Ook lampjes, een prentenboek, tassen en zelfs een baby- en moederparfum horen erbij. De Waalwijkse denkt alweer na over nieuwe ideeën. „T-shirtjes met een pakkende tekst zijn waarschijnlijk de volgende stap.”

De productie vindt plaats in een fabriek in China. „Tweemaal per jaar gaan we er naartoe. Uiteraard kozen we voor een fabriek waar gelet wordt op de arbeidsomstandigheden.”

De verkopen lopen goed. In 2005 bracht Bacladi de eerste producten op de markt. Het succes overweldigde de jonge onderneming. „We hadden moeite om de groei bij te benen. Er kwamen allerlei praktische problemen bij kijken. Het versturen van de dieren kost bijvoorbeeld veel tijd.” Bacladi groeide daarom al snel van twee naar zeven werknemers.

Ieder halfjaar brengt de onderneming een nieuwe collectie op de markt. Met de groei van het aanbod neemt ook het aantal distributeurs toe. De artikelen zijn inmiddels verkrijgbaar in 22 landen. Het leeuwendeel van de knuffels gaat naar het buitenland. Tanja Klijn, verantwoordelijk voor de marketing, schat in dat slechts 5 procent in Nederland blijft. „Vooral in Spanje, Frankrijk, België, Zwitserland en Scandinavië doen wij het goed.”

In Nederland zijn de artikelen verkrijgbaar via internetwinkels, babyspeciaal-, kinderkleding- en lifestylezaken die zich richten op het midden- en hoogsegment.

De omzet is in een jaar tijd flink gestegen. Groenendaal: „Dat is fijn, want de investeringen zijn fors. We zijn tevreden met een normaal salaris. De winst die overblijft, gebruiken we om nieuwe initiatieven voor kinderen te ontwikkelen.”

Niet alleen kleintjes vinden de knuffeldieren leuk. Op beurzen krijgt het bedrijf veel enthousiaste reacties van volwassenen. Ook de werknemers van Bacladi zijn dol op hun eigen producten. Ze vereenzelvigen zichzelf er regelmatig mee. Klijn: „Op mijn werk voel ik me vaak net als Flo. Ik wil vooruit. En liefst snel. Thuis ben ik net kip Chick met haar beschermende vleugels.”