Een meerderheid in de Tweede Kamer vindt dat schoolzwemmen wel verplicht moet worden. Alleen de VVD is tegen. VVD-kamerlid Rijpstra is niet tegen schoolzwemmen, maar vindt het in principe de verantwoordelijkheid van ouders dat kinderen leren zwemmen. Rijpstra pleit voor meer controle in de zwembaden met nieuwe technologie en controle op diploma’s door de zwembaden. De grootste regeringspartij, het CDA, is wel voor verplicht schoolzwemmen. De CDA-fractie heeft haar eigen bewindslieden inmiddels om opheldering gevraagd.

Schoolzwemmen is nooit een verplicht vak voor scholen geweest. Scholen bepalen zelf of ze het in hun lesprogramma opnemen. De regering heeft vorig jaar wel 4,54 miljoen euro uitgetrokken voor gemeentelijke projecten en de meeste projecten moeten nog beginnen, legt een woordvoerder van de staatssecretaris uit. Het geld is bedoeld voor kinderen die geen particuliere zwemles krijgen noch een diploma van schoolzwemmen halen.

In Amsterdam en Den Haag lopen al zogeheten vangnetprojecten voor schoolzwemmen. De veelal allochtone leerlingen die aan het eind van het schooljaar waarin zwemles wordt gegeven geen diploma hebben, kunnen daar, buiten eventuele wachtlijsten om, direct doorstromen naar particulier zwemonderwijs.

In Eindhoven is een project gestart dat alle basisschoolkinderen de mogelijkheid moet bieden het zwemdiploma A te halen. Alle scholieren uit groep vier of vijf doen hier gebruikelijk een jaar mee met schoolzwemmen. Wie na dat jaar niet aan de diploma-eisen voldoet, mag daaraan nu blijven meedoen. Net zolang als nodig is om het diploma alsnog te behalen, aldus een woordvoerster van de gemeente.

Overigens is het over het algemeen goed gesteld met de zwemvaardigheid in Nederland. Aan het einde van de basisschool heeft 93 procent van de leerlingen een zwemdiploma. Dit bleek vorig jaar uit een onderzoek van het ministerie van Onderwijs. Kinderen zonder zwemdiploma zijn veelal van allochtone afkomst.