Uit het politieonderzoek is gebleken dat het gedrag van beide politiemedewerkers te wijten was aan overmatig drankgebruik. De korpsleiding kwalificeert dit als „volstrekt ontoelaatbaar.” De taxichauffeur treft geen enkele blaam.Desondanks geeft de leiding de agenten een laatste kans. Hierbij speelt een belangrijke rol dat het geweld van beide medewerkers niet tegen personen was gericht. Bovendien hebben de mannen laten weten dat ze zich ten volle bewust zijn van het laakbare karakter van hun gedrag en zijn zij bereid de schade te vergoeden.

Wel staat beide mannen een zware disciplinaire straf te wachten. Daarnaast bepaalt het openbaar ministerie of hij beide politiemedewerkers voor de vernielingen gaat vervolgen.

De twee politiemannen (23 en 29) waren op 20 januari gaan stappen met drie collega’s en verkeerden onder invloed van alcohol. Een taxi haalde het groepje in een straat in het uitgaansgebied van Oosterhout in. De agenten waren niet te spreken over het rijgedrag van de chauffeur en wilden de man hierop aanspreken.

Toen de taxichauffeur niet reageerde, pakte de 23-jarige man de taxi vast en werd daarna een eindje mee gesleurd. Omdat de straat erg smal was, raakte de agent daarbij een hek. De man kreeg daarop een woede-uitbarsting en pleegde vernielingen aan een taxi. Hij werd daarbij geholpen door zijn 29-jarige collega.

Na klachten van de betrokken taxichauffeur is een disciplinair en strafrechtelijk onderzoek tegen beide agenten ingesteld. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek heeft de korpsleiding ernstig overwogen de medewerkers te ontslaan, omdat zij ook buiten diensttijd een voorbeeldfunctie hebben.