Vanaf april 2007 beschikt het ministerie dankzij een koppeling met de gemeentelijke administratie over een overzicht van alle veteranen die sinds 1979 (Libanon, Unifil) zijn uitgezonden. Het ministerie verwacht dat enkele honderden veteranen behoefte hebben aan extra zorg, maar pretendeert niet iedereen op te kunnen sporen.Op verzoek van PvdA Tweede Kamerlid Eijsink is contact opgenomen met organisaties die zich bezig houden met veteranenzorg en dat heeft al geleid tot de opsporing van tientallen veteranen met acute problemen.

Van der Knaap wijst er in zijn brief op dat bij mensen met acute problemen die soms gepaard gaan met gewelddadig gedrag, niet alleen te maken kan hebben met de uitzending, maar ook andere ervaringen uit het verleden. Hij spreekt daarom van een „brede maatschappelijke verantwoordelijkheid" voor de aanpak van dit probleem.

Eijsink strijdt er al tijden voor dat het ministerie zijn zorgplicht nakomt. Volgens de militaire vakbond AFMP buigt de Nationale Ombudsman zich momenteel over de vraag of moet worden onderzocht of dit wel gebeurt.

De bond stelt dat dit nu niet zo is. Militairen uit Libanon werden indertijd gewezen op hun zwijgplicht en doen nu te laat beroep op bestaande regelingen. Want, zo stelt de bond, die gelden slechts met een terugwerkende kracht van één jaar. De bond vindt dat claims van militairen met een posttraumatische stressstoornis nooit meer mogen verjaren.