Busmaatschappij Connexxion wendde vorig jaar een schrijffout voor om onder de opdracht voor gewonnen aanbesteding van het busvervoer in Noord–Brabant uit te komen. Janse de Jonge zegt dat het onmogelijk was om daarover als provinciebestuur in gesprek te gaan. Het risico op het ontstaan van onderhandelingen en rechtszaken was te groot, verklaarde hij.Het contact tussen het busbedrijf en de provincie liep via ambtenaren en advocaten. „Het bestuur is nauwelijks bevoegd."

Collegagedeputeerde en partijgenoot Paul Rüpp zei eerder tegen de commissie dat het provinciebestuur Connexxion na de gunning direct om duidelijkheid over de uitvoering van de opdracht had moeten vragen omdat er door de schrijffout al meteen twijfels waren. Janse de Jonge meent dat signalen dat het bedrijf niet wilde gaan rijden voor de beloofde prijs pas in oktober concreet werden.

Janse de Jonge erkende buiten het verhoor om dat hij Connexxion om die duidelijkheid had kunnen vragen. Het had echter niet gehoeven. „De opdracht was altijd glashelder."

Het conflict tussen Connexxion en de provincie werd tergend langzaam op de spits gedreven en uiteindelijk besloot Connexxion in oktober definitief niet voor de beloofde prijs te willen rijden.

Als protest tegen de voortdurende onzekerheid gingen Brabantse BBA–chauffeurs toen dagenlang in staking. Uiteindelijk bereikten busbedrijven een compromis. Connexxion trok zich formeel terug en de concessies werden om vijf voor twaalf gegund aan BBA/Veolia (West–Brabant) en Arriva (Noordoost–Brabant).

Aankomend Eerste Kamerlid Janse de Jonge wil de marktwerking niet terugdraaien maar voorspelt ’oneindig veel grotere drama’s’ bij de aanbesteding van het openbaar vervoer in de grote steden. Het nieuwe kabinet moet de gemeenten volgens hem meer vrijheid gunnen.