Volgens Remkes is het stelsel met stadsdelen inefficiënt, volgens zijn Amsterdamse tegenhangers brengen de stadsdelen het bestuur juist dichter bij de burger.In oktober verklaarde Remkes zich voorstander van het opheffen van de stadsdelen in Amsterdam. Bij de vorming van een nieuw kabinet moeten volgens hem „spijkerharde afspraken” worden gemaakt over de bestuurlijke indeling in Nederland, die hij veel te versnipperd vindt. Een „boude stelling”, vonden de Amsterdamse stadsdelen, die de VVD-minister uitnodigden om met de stadsdeelvoorzitters (allen PvdA’ers) in debat te gaan. Alleen stadsdeel Oud-West ontbrak bij de gedachtewisseling.

De „bestuurlijke drukte” in Amsterdam is volgens Remkes ongekend hoog, met 104 lokale bestuurders en 566 volksvertegenwoordigers, verdeeld over de veertien stadsdelen. „Dat zijn vrij veel bestuurders per hoofd van de bevolking.” Te veel bestuurders bemoeien zich met dezelfde vraagstukken, stelt Remkes. „Voor de burger is niet meer duidelijk wie over wat gaat.”

Volgens de minister hebben de stadsdelen het democratische gehalte niet vergroot. „Amsterdammers zijn niet meer van hun politici gaan houden dan elders het geval is. Een inwoner van de stad voelt zich Amsterdammer, en niet bijvoorbeeld een Westerparker.”

De hoofdstad kan net zo goed bestuurd worden met wijkwethouders, meent Remkes. Dat zijn wethouders in de centrale stad die bepaalde wijken in de gaten houden. Geen goed idee, wierpen de stadsdeelvoorzitters tegen. „Vroeger bestuurden ambtenaren de binnenstad”, zei voorzitter Els Iping van stadsdeel Centrum. „Er was een grote achterstand in bijvoorbeeld het onderhoud van grachtenpanden en de openbare ruimte. Sinds we een stadsdeel hebben, vinden de mensen de straten schoner.”

Duco Adema van stadsdeel Zuideramstel: „Kijk naar de Zuidas, een groot project met internationale allure. Door het lokale bestuur is hiervoor een groot maatschappelijk draagvlak, met steun van de bewoners. Zonder het stadsdeel was dat niet het geval. Het bestuurlijke stelsel in Amsterdam kan de tand des tijds met gemak doorstaan.”

Remkes en de stadsdeelburgemeesters willen een praktijkgeval, de grootscheepse verbouwing van het Rijksmuseum waarbij de nodige bemoeienis van stadsdeel Oud-Zuid kwam kijken, grondig laten analyseren. „Maar ik betwist de stelling dat de centrale stad niet genoeg bestuurlijke aandacht kan geven”, aldus Remkes. „In andere grote steden in West-Europa gaat het ook goed.”