„De Kamer mag tegenover het kabinet niet op achterstand staan doordat hij niet tijdig over de relevante stukken beschikt”, zei Verbeet woensdag op de jaarlijkse bijeenkomst van de Kamervoorzitter met de parlementaire pers.Op Prinsjesdag 2006 maakte het kabinet een einde aan de al jaren functionerende embargoregeling. Die hield in dat Kamerleden de Miljoenennota en de diverse begrotingen al een kleine week voor Prinsjesdag in huis kregen, waardoor ze zich grondig konden voorbereiden op de de daags na Prinsjesdag te houden algemene beschouwingen. Ook de pers kreeg de Miljoenennota, onder nadrukkelijk embargo, al een aantal dagen eerder.

Het kabinet schrapte de regeling omdat het meerdere keren was voorgekomen dat de inhoud van de Miljoenennota ondanks de afspraken al voor Prinsjesdag op straat lag. De Kamer ging, na wat tegenstribbelen, met het nieuwe regiem akkoord: politici en pers kregen de stukken pas nadat de minister van Financiën op de derde dinsdag in september de stukken officieel aan de Kamer had aangeboden.

Verbeet wil de oude regeling terug. Of dat ook daadwerkelijk gebeurt, kon zij woensdag niet garanderen. Zodra er een nieuw kabinet is, gaat zij met alle betrokkenen overleggen. Hoop dat de oude situatie terugkeert, heeft zij wel. „Bos en Rouvoet hebben al nadrukkelijk aangegeven dat zij de gang van zaken van vorig jaar onwerkbaar vonden.”

Uit de jaarcijfers die de Kamervoorzitter woensdag publiceerde blijkt dat de Tweede Kamer vorig jaar minder schriftelijke en mondelinge vragen aan het kabinet heeft gesteld dan in 2005. Het aantal schriftelijke vragen liep terug van 2045 tot 1772. De hoeveelheid mondelinge vragen daalde van 96 naar 92.

SP-Kamerlid De Wit was vorig jaar net als in 2004 en 2005 koploper bij het stellen van schriftelijke vragen. Hij kwam uit op een totaal van 106. In de Kamer werden vorig jaar 1170 moties ingediend, tegen 1434 in 2005. Daarvan werden er 488 aangenomen en 432 verworpen. De overige werden aangehouden of ingetrokken of zijn nog in behandeling.

De Kamervoorzitter turfde het afgelopen jaar voor het eerst welk Kamerlid de meeste amendementen door het parlement wist te krijgen. Op de gedeelde eerste plaats staan maar liefst twee SGP’ers: van de Kamerleden Hermans (LPF), Wolfsen (PvdA), Van der Vlies (SGP) en Van der Staaij (SGP) werden elk negen amendementen door de Kamer aanvaard.

De gemiddelde parlementaire ervaring van een Kamerlid was op 1 januari 2007 drie jaar en negen maanden. Op 1 januari 2006 was dat nog vijf jaar en acht maanden.