Geld van „geblokkeerde rekening”
De oprichter van de Filipijnse Communistische Partij (CPP), José Maria Sison, heeft donderdag gezegd dat hij nog steeds geld van zijn rekening kan halen, ondanks de belofte van de Nederlandse regering om zijn tegoeden en die van de CPP te bevriezen. Sison woont in ballingschap in Utrecht.
Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken liet dinsdag weten dat alle rekeningen van Sison, oprichter van de CPP, en van een Nederlandse afdeling van het marxistische Nationale Democratische Front (NDF) worden geblokkeerd. Sison vertegenwoordigt de communistische rebellen van de Filipijnen in vredesbesprekingen met de Filipijnse regering.
De Nederlandse regering ging tot de bevriezing over op verzoek van de Verenigde Staten, die het NDF en de CPP tot terroristische organisatie hebben bestempeld. Sison heeft de nieuwe karakterisering van zijn organisatie afgewezen en de VS „terroristen in het groot” genoemd.
Volgens de Filipijnse nationale veiligheidsadviseur Roilo Golez is het geld van de communisten afkomstig van contributies van aanhangers en van afpersing van verkiezingskandidaten. De kandidaten kregen toestemming om campagne te voeren in door rebellen beheerste gebieden, mits zij een som geld betaalden.
Manilla heeft het officiële vredesoverleg met de rebellen vorig jaar opgeschort na de moord op een voormalig parlementslid. Officieus zijn de regering en de rebellen nog wel met elkaar in overleg, om wat al bereikt is niet verloren te laten gaan. De communisten begonnen hun opstand 34 jaar geleden.
De VS hebben Nederland geprezen voor de beslissing om de tegoeden van de CPP te bevriezen. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten dat het gaat om een „belangrijke beslissing van de Nederlandse regering in de oorlog tegen het terrorisme.” Volgens de woordvoerder zouden andere landen het Nederlandse voorbeeld moeten navolgen.