„Marktwerking beperkt ritselruimte in zorg”
AMSTERDAM - Een aanpassing van de koppelingswet moet voorkomen dat ziekenhuizen nog langer weigeren onverzekerde vreemdelingen met een doorverwijzing van de huisarts te behandelen. „Het wordt er niet eenvoudiger op.”
De eerstelijnszorg aan illegalen gaat Nederland in 2007 naar verwachting een kleine 7 miljoen euro kosten. Fors meer dan de 3,6 miljoen die het ministerie heeft begroot.De kosten in 2006 zijn, hoewel nog niet exact bekend, vermoedelijk in dezelfde orde van grootte. Overschrijdingen van het budget waren er ook in 2003, 2004 en 2005, toen de gezamenlijke nota’s van eerstelijnshulpverleners neerkwamen op ruim 4 miljoen, 5,2 en 5,8 miljoen.
Hoewel hoger dan begroot, besloot het ministerie toch de totale kosten voor haar rekening te nemen. Het verrekenen van uitgaven en vergoedingen liet het over aan het bureau van de stichting Koppeling, dat is gevestigd in Amsterdam.
Hoofd bureau Th. Stam ziet de stijgende lijn van zorgkosten aan illegalen wat afvlakken. „Ik heb de indruk dat de uitgaven zich stabiliseren, maar er hoeft in de wereld maar wat te gebeuren of het verandert weer.”
Ondanks de stabilisatie zijn de kosten in 2006-2007 bijna twee zo groot als begroot. Blijkbaar dicht u het ene gat met het andere?
„Inderdaad bestaat ons werk uit het geclausuleerd verdelen van beperkte middelen. Toch levert in de eerstelijnsgezondheidszorg, waarvoor wij in het leven zijn geroepen, de zorg aan illegalen en vreemdelingen die nog in de aanvraagprocedure voor een verblijfsvergunning zitten niet de meeste problemen op.”
De toegankelijkheid van ziekenhuizen en andere tweedelijnsvoorzieningen voor illegalen zal huisartsen, tandartsen en fysiotherapeuten, zo denkt Stam, vermoedelijk veel meer zorgen baren. „Ziekenhuizen zijn bedrijven. Veel meer nog dan huisartsen moeten zij letten op de financiële kant van het verhaal.”
Op 18 december schreef minister Hoogervorst de Kamer dat hij meer eenduidigheid wil in de regels voor het vergoeden van de zorg aan illegalen en anderen die zich sinds de koppelingswet niet langer kunnen verzekeren. Daartoe neemt hij ook tweede- en derdelijnsvoorzieningen, die tot dusver waren aangewezen op andere geldstromen, op in een nieuwe, integrale richtlijn, vergelijkbaar met de regeling voor stichting Koppeling.
Ziet u de voorgenomen wijziging als een impliciete erkenning dat deze problematiek lange tijd genegeerd is?
„Nee, eerder als reactie op het feit dat de zorg aan illegalen en de daarmee verbonden kosten pas nu in volle omvang zichtbaar beginnen te worden. Veel hulpverleners deden het zeven à tien jaar geleden vermoedelijk nog voor niets.
Veelzeggend is ook dat het budget voor de stichting Koppeling in 2003 is teruggeschroefd van 5,5 naar 3,6 miljoen, omdat het beroep op de regeling veel kleiner was dan VWS had gedacht.
Dan is er nog de uitspraak van de kortgedingrechter van afgelopen zomer dat gedwongen opnames van vreemdelingen in psychiatrische inrichtingen voor rekening van de staat zijn, omdat daarmee het publieke belang is gemoeid.”
Wat verwacht u van deze wijziging?
„Het wordt er niet eenvoudiger op. Ziekenhuizen besteden jaarlijks naar schatting zo’n 35 miljoen euro aan hulp aan onverzekerden. Trek je die erbij, dan vraagt dat minimaal een vertienvoudiging van het budget. Het bureau van de stichting Koppeling draait nu op twee man, maar met de huidige organisatorische opzet is de nieuwe regeling niet uit te voeren. Beleidsmatig moet er dus een reeks nieuwe keuzes worden gemaakt.”
Toch blijft het opvallend dat zo veel zorginstanties dit probleem willen agenderen.
„Primair heeft dat natuurlijk alles te maken met het nieuwe zorgstelsel. De diagnose-behandelingcombinaties, de nieuwe declaratiemethode in ziekenhuizen, heeft het kostenbewustzijn flink vergroot. Ook de commercialisering en marktwerking in de zorg hebben daaraan bijgedragen. De kosten die je maakt, moet je kunnen doorrekenen. Veel regel- en ritselruimte om ze via via te verhalen, is er in de zorg niet meer.”