R. wordt ervan verdacht tijdens een langdurige vete met zijn toenmalige buren hen te hebben geterroriseerd. „We hebben het over een enorme hoeveelheid incidenten waarbij verdachte stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op het privéleven van de slachtoffers”, gaf de advocaat-generaal zijn mening over de zaak.De 71-jarige zou zijn buurvrouw hebben mishandeld door haar met een stok te slaan. Het slachtoffer hield aan de kloppartij verwondingen over aan hoofd en handen.

R. maakte volgens Justitie de buren verder het leven zuur door met de auto door hun tuin te rijden, bloemperken te vernielen en afval en rollen gaas in de tuin te gooien.

Ook probeerde R. de bouwlamp van de buren te verwijderen. Reden daarvoor was dat die volgens hem hinderlijk op zijn erf scheen. De Leersummer zou bovendien kwaad zijn geworden toen hij niet op het terrein van zijn buren mocht komen om gebruik te maken van het zogenaamde recht van overpad.

De man kreeg eerder van de politierechter in Utrecht negentig uur werkstraf opgelegd, naast twee maanden cel voorwaardelijk.

R. ging echter in beroep omdat de politierechter hem naar zijn mening niet de gelegenheid gaf om voldoende zijn zegje te doen. Bovendien stelde de 71-jarige grotendeels onterecht te zijn veroordeeld. Wel gaf de man toe de buren soms te willen „treiteren.”

R. zei geen schuld te hebben aan het handgemeen met de buurvrouw. „Ze was door de dolle heen en viel mij zelf aan. Ik heb me toen verdedigd door haar met de stok af te weren.”

Eerder verklaarde R. tegenover de politie wel met de stok te hebben geslagen, maar dat getuigenis zou hij onder druk hebben afgelegd.

De openbaar aanklager vond alle feiten bewezen. „Meneer is buitengewoon ver gegaan. De familie is gewoon weggepest uit de woning.”

Het hof doet uitspraak op 29 januari.