Loppersum lijft ‘Neder-Duitse’ van 93 in
LOPPERSUM - Ze is geboren en getogen in Nederland. Toch had het voor de 93-jarige G. B. Bekker-ten Damme heel wat voeten in de aarde voordat ze zich donderdagmiddag weer Nederlandse in plaats van Duitse mag noemen. Zoon Norbert: „We moesten nota bene naar het Duitse consulaat in Amsterdam, terwijl ze nog geen 100 meter zelfstandig kan lopen.”
Dat mevrouw Bekker ooit moeite zou moeten doen om een Nederlands paspoort te krijgen, was niet te verwachten toen ze in 1913 in Winterswijk ter wereld kwam. De problemen doemden volgens haar enige zoon Norbert (55) pas op na haar huwelijk met een man van Duitse origine, tijdens de Tweede Wereldoorlog.Mevrouw Bekker krijgt donderdagmiddag in haar woning van burgemeester Rodenboog van Loppersum weer een Nederlands paspoort. Vandaag de dag is dat hard nodig. Niet alleen om de grens over te steken, maar ook als legitimatiebewijs. „Het begon toen ze zich moest legitimeren bij de bank”, aldus zoon Norbert. Moeder heeft alleen een oud Duits paspoort. Zie voor een 93-jarige maar eens even een nieuwe pas te regelen, als je in Noord-Groningen woont en daarvoor naar Amsterdam moet.”
De voorgeschiedenis van de paspoortsoap begon in 1928. De man van mevrouw Bekker, die inmiddels is overleden, kwam in dat jaar naar Nederland. „Een economische vluchteling”, aldus Norbert. „In de toenmalige Weimarrepubliek was enorm veel werkloosheid. Uiteindelijk belandde hij in de buurt van Winterswijk, waar hij mijn moeder leerde kennen.” Hoewel Bekker in mei 1940 al twaalf jaar in Nederland verbleef, had hij nog de Duitse nationaliteit. „Hij moest dan ook in het leger en werd naar het Oostfront gestuurd”, vertelt zijn zoon. „Daar diende hij als hospitaalsoldaat. Hij overleefde het en is door de Russen een aantal jaren krijgsgevangen gehouden.”
Na de oorlog begon een gegoochel met nationaliteiten en woonplaatsen. Vader Bekker was in Nederland niet welkom. In 1954 vertrok het gezin naar Duitsland. Zoon Norbert was toen een jaar of drie. „Tegelijkertijd heeft mijn moeder zich tot Duitser laten naturaliseren. Dat scheelde destijds veel rompslomp.” Ruim drie jaar later keerden de Bekkers terug naar Nederland. Moeder had heimwee en vader kon weliswaar niet de Nederlandse nationaliteit krijgen, maar zich wel in ons land vestigen. „Vader ging vanaf dat moment op en neer van Winterswijk naar zijn werk in Bocholt, 17 kilometer verderop.”
Inmiddels woont mevrouw Bekker in het Noord-Groningse Loppersum, nadat haar zoon daarheen verhuisde. Nooit leverde haar nationaliteit een probleem op. Totdat banken vorig jaar aan hun klanten om een identiteitsbewijs vroegen. Zoon Norbert: „Moeder had alleen een oude Duitse pas. Dat bleek niet genoeg.” Een lange weg volgde. „Alleen het Duitse consulaat in Amsterdam verstrekt nieuwe passen. Daar moet je dan heen. Bovendien kun je alleen bij drie fotografen in Amsterdam foto’s laten maken die geschikt zijn voor het paspoort. Ik wist meteen: Dat ga ik moeder niet aandoen.”
Eenvoudiger leek het om dan maar een Nederlandse pas aan te vragen. Maar ook daarvoor moest mevrouw Bekker zich legitimeren. „Uiteindelijk hebben we dat op een andere manier gedaan dan met het paspoort”, zegt burgemeester Rodenboog van Loppersum. „Via de gemeentelijke basisadministratie is goed na te gaan wie mevrouw is.” Bovendien viel mevrouw Bekker onder een uitzonderingsregeling, waardoor haar het Nederlanderschap snel verleend kon worden. Blijft nog één probleempje. Rodenboog: „Gemeenten zijn tegenwoordig verplicht een naturalisatieceremonie te organiseren voor nieuwe Nederlanders. Ook al zijn die hier geboren en getogen. Misschien kan men in Den Haag daar nog eens naar kijken.”
Mevrouw Bekker kan zich inmiddels verheugen in aandacht vanuit het hele land. „Ze zegt: „Dat ik dit op mien leeftied nog allemaal mit moet maak’n””, aldus haar zoon. Burgemeester Rodenboog mag dan zo zijn bedenkingen hebben bij de ook voor 93-jarigen verplichte inburgeringsceremonies, toch vindt hij de situatie van mevrouw Bekker wel heel bijzonder. „Ze heeft Loppersum in één klap op de kaart gezet.”