Minister Peijs aan zet in crisis bij CBR
RIJSWIJK (ANP) - De bestuurscrisis bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen verdiept zich. Rob van Gijzel, een prominent lid van de raad van toezicht van het CBR, heeft minister Peijs (Verkeer) verzocht hem te ontlasten van zijn taak, zo werd donderdag bekend. De minister heeft het verzoek in beraad, liet een woordvoerster van Peijs weten.
Daarmee bereikt de crisis bij het CBR, die begon met een ruzie over de mogelijke verdwijning van 12 miljoen euro aan pensioengelden, een nieuwe fase.Vorige week bracht het CBR nog een persbericht naar buiten waarin stond dat de raad van toezicht zijn „onvoorwaardelijke steun” aan de directie had uitgesproken. Onderzoek in de pensioenzaak zou zijn afgerond en de raad van toezicht zou de conclusie hebben getrokken dat „er geen sprake is van wanbeleid, financiële chaos of mismanagement, zoals in de media wordt gesuggereerd.”
Van Gijzel, tussen 1989 en 2001 Tweede Kamerlid voor de PvdA, is het helemaal niet eens met de inhoud van het persbericht, zo blijkt uit een brief die hij onlangs verstuurde aan de andere toezichthouders. Van Gijzel stelt dat hij helemaal niet is betrokken bij het opstellen van het gewraakte bericht. Dat zou tot stand zijn gekomen na overleg tussen CBR-directeur Meijer en een onbekend aantal leden van de raad van toezicht.
Van Gijzel vermoedt „kwade opzet” bij zijn collega’s in de raad van toezicht. „U wist dat ik ernstige bedenkingen tegen de inhoud van het persbericht zou hebben”, schrijft Van Gijzel. Hij wijst erop dat er in een vergadering voorafgaand aan de publicatie van het bericht niet is gesproken over het opstellen ervan. Ook is hij niet gebeld voor overleg, hoewel hij naar eigen zeggen goed bereikbaar was.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat bevestigde donderdagmiddag dat er deze week „oriënterende en informerende” gesprekken zijn geweest tussen het ministerie en Van Gijzel en andere leden van de raad van toezicht. De minister heeft nog geen beslissing genomen over het ontslagverzoek.
„We gaan niet overhaast te werk”, aldus een woordvoerster. „De minister wil uiteraard van de hoed en de rand weten. In het nieuwe jaar praten we verder.”