Corné is dankbaar om een tandenborstel
HERVELD - Verbijsterd en verdrietig. Dat zijn de ouders Dick en Evelien Jaquet uit Herveld nu deze week is gebleken dat er zelfs om een hazenlip abortussen worden uitgevoerd. En dat een flink deel van de vrouwen een foetus met het syndroom van Down laat weghalen. Hun zoontje Corné heeft beide aandoeningen. „Wij zijn getroffen door de puurheid en de dankbaarheid van onze jongen.”
De wereld van Dick en Evelien Jaquet „veranderde in een halfuur” toen twaalf jaar geleden Corné ter wereld kwam. Omdat moeder Evelien en dochter Janneke (nu 17) zelf een hazenlip hebben, was de verwachting al wel dat de baby ook met die aandoening zou worden geboren. Maar er was meer aan de hand. Corné had ook het syndroom van Down.Moeder: „Ik weet nog goed hoe onze Corné in een van die eerste dagen zijn handje tegen de borst van mijn man legde. Dat was voor ons het moment dat we dachten: Hij hoort bij ons.” Vader: „God heeft hem op onze weg geplaatst. We moeten kalm bij de dag leven.”
Vooral het eerste jaar was niet makkelijk. Moeder: „Corné had lage spierspanning, dronk moeilijk. Het duurde lang voordat hij voor het eerst kon zitten en lopen. We oefenden veel met hem, onder meer met fysiotherapeuten en logopedisten. Hij moest bijvoorbeeld leren om rondjes bij rondjes en vierkantjes bij vierkantjes te leggen. We waren dubbel zo blij met iedere mijlpaal.”
Inmiddels heeft Corné zestien operaties achter de rug. Hij fietst met zijwieltjes en praat vooral in gebarentaal. Corné kan wel letters ontcijferen, maar een heel woord voorlezen gaat niet.
Zonder zorgen is het leven van en met de jongen zeker niet, maar de ouders benadrukken dat het bestaan van hun Corné „zeer waardevol” is. Moeder: „Hij geeft meerwaarde aan ons leven. Deze kinderen zijn puur, niet gemaakt. Als hij in een winkel een dropje krijgt aangeboden dat hij niet lust, dan zegt hij dat ook gewoon. Hij is ook vaak dankbaar. Corné kan blij zijn met een nieuwe tandenborstel. Aan tafel dankt hij de Heere als hij mag logeren bij oma en tante Marjolein.”
Ook behulpzaamheid typeert de jongen uit Herveld. Moeder: „In de winkel gaat hij gerust helpen met vakken vullen. Wanneer hij in de bibliotheek komt, helpt hij boeken wegzetten. In de kerk houdt hij de stok van de collectezak vast.”
Vader: „Hij kan heel ontwapenend zijn. Corné kan goed opschieten met wat opgeschoten jongens uit de buurt die rondrijden met van die opgetuigde auto’s. Zodra hij ze tegen komt, stapt hij op hen af. Dan roepen die jongens: „Ha Corné, hoe gaat-ie?””
Getroffen zijn de ouders door de aanhankelijkheid en liefde van hun zoon. Vader: „Als wij in de put zitten, troost hij ons en slaat hij een arm om ons heen. Als ik bijvoorbeeld zeg dat er iemand verdriet heeft, roept hij: „Ahh!””
Vader verbaast zich wel eens over de kienheid van Corné. „Hij is praktisch ingesteld. Het lijkt wel of hij soms gedachten kan lezen. Ik zal nooit vergeten dat ik eens batterijen moest vervangen bij een bel, ergens bovenin in de gang. Ik kon er net niet bij. Zonder dat ik iets had gezegd, kwam Corné met een voetenbankje aangelopen.”
De ouders merken dat Corné, die de verstandelijke vermogens heeft van een kind van 4 jaar, zo nu en dan best geloofszaken oppikt. Vader: „Als hij het Bijbelverhaal over de Goede Herder hoort, maakt hij gebaren over een herder en over schapen. Hij zal nooit gaan eten zonder te bidden. Als wij dreigen te vergeten om na het eten Bijbel te lezen, zal Corné ons daar fijntjes aan herinneren.”
Dat mensen het in hun hoofd durven halen een ongeboren kind te aborteren om een hazenlip: het heeft de familie Jaquet ernstig verontrust. Moeder: „Ik was verbijsterd toen ik het hoorde. Betekent dat dat sommige mensen vinden dat wij er eigenlijk niet mogen zijn? Mijn dochter is ook met een hazenlip geboren. Na vijf, zes operaties zie je er nauwelijks nog iets van. Moet iedereen dan perfect zijn? Het was Hitler die mensen liet afmaken die wat mankeerden. In wat voor tijd leven we? Hoe zal dat in de toekomst gaan? Gelukkig mogen we weten dat ons leven in Gods hand is.”