Veerman ontving vanmorgen de plannen voor de komende jaren uit handen van voorzitter E. d’Hondt van de Liniecommissie.In de afgelopen twee jaar is al 22 miljoen euro gestoken in het behoud van het cultureel erfgoed. Dit geld is gebruikt voor het opknappen van forten, de aanleg van recreatieroutes en voor educatieve activiteiten voor de leerlingen uit het gebied.

Tot 2020 gaat het projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie verder met het herkenbaar maken van de Linie door de verwaarloosde verdedigingswerken te restaureren, er informatieborden bij te plaatsen en ze gereed te maken voor recreatief gebruik.

„De Linie moet een gezichtsbepalende, unieke buitensingel van de Randstad worden”, aldus Veerman. „Daarmee kan het een gouden bijdrage leveren aan het vestigingsklimaat van de Randstad, zodat het de concurrentieslag met andere grootstedelijke gebieden in Europa aankan.

Het project wordt geleid door het ministerie van Landbouw, maar ook de ministeries van Ruimtelijke Ordening, Onderwijs, Verkeer en Waterstaat en Defensie zijn erbij betrokken. Het Rijk stelt 100 miljoen euro beschikbaar, de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant, 25 gemeenten en drie waterschappen dragen 60 miljoen bij. „Het hele proces aansturen was op zich al een Herculestaak” volgens de minister. „Maar het is de moeite waard. We gaan iets herstellen dat nooit heeft gewerkt: echt Nederlands.”

De provincie Noord-Holland is al begonnen met de restauratie van Fort Pampus, in het Markermeer. Dat verkeert in zeer slechte staat, het is voor bezoekers zelfs gevaarlijk om er rond te lopen. Noord-Holland bouwt er nu ook een bezoekerscentrum bij, zodat bezoekers ook tijdens de winter terechtkunnen. De provincie is ook bezig met het opknappen van Fort Werk IV bij Bussum.

Veerman zei dat de problemen bij Fort Pannerden, ook onderdeel van de Linie, voorkomen hadden kunnen worden als er eerder concrete afspraken waren gemaakt. „Nu is er geld, dus nu kunnen we ook daar aan de slag.”