Fortenbouw hield Linie bij de tijd
De Linie is steeds aangepast aan nieuwe ontwikkelingen op militair gebied. De bouw van de forten kent vijf periodes.
1816-1824: Het begin van de Nieuwe Hollandse Waterlinie; tientallen forten worden gebouwd.1840-1860: Forten krijgen bomvrije gebouwen. De belangrijkste forten worden voorzien van een ronde toren van zwaar metselwerk. Deze torenforten liggen vooral langs dijken (accessen).
1867-1870: De reikwijdte van kanonnen neemt toe. Hierdoor moet de frontlijn verder van de steden Naarden en Utrecht komen te liggen. Zo ontstaat het Offensief van Naarden. De fortengordel bij Utrecht krijgt uitbreiding van de forten Ruigenhoek, Voordorp, Vechten en Rijnauwen. Deze laatste heeft een moderne, veelhoekige, vorm en is het duurste fort ooit gebouwd in Nederland.
1877-1879: De eerste mobilisatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in 1870 brengt veel tekortkomingen aan het licht. Die worden in deze periode aangepakt.
20e eeuw: De invoer van de brisantgranaat in 1885 had grote gevolgen voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De verdedigingswerken waren hier niet tegen opgewassen. In de 20e eeuw werden daarom de ’verouderde’ verdedigingswerken aangevuld met betonnen schuilplaatsen en kazematten: overdekte, bomvrije ruimtes voor vuurwapens.