Kampen stopt met pacht Kampereiland
KAMPEN - De gemeente Kampen stopt met het eigen beheer van de pacht van 5000 hectare landbouwgrond op het Kampereiland. Na 600 jaar wil Kampen politiek afstand doen van het beheer.
De professionalisering van de verpachting moet ook meer rendement opleveren, zegt wethouder B. Boerman (ChristenUnie). „Dit is een historisch moment.”Het is een jarenlange wens geweest om de pacht te professionaliseren. Door het verder op afstand zetten van het beheer van het Kampereiland kan de pachter zijn onderneming verder uitbouwen met een professionele organisatie als verpachter.
De gemeente Kampen is een van de grootste pachters van Nederland. Het Kampereiland ten noorden van de stad wordt al sinds de middeleeuwen door de stad aan boeren verpacht. Verpachte gronden mocht door boeren niet van de hand gedaan worden, maar die regel werd toen vaak omzeild door grond te ruilen. Die situatie wordt in de statuten van het pachtbedrijf expliciet verboden. Verder wordt het gebied onderverdeeld in ”warme en koude gronden”.
Warme grond is gereserveerd voor toekomstige bouw van huizen, industrie of het aanleggen van natuur. De gemeente is over de toewijzing van deze gronden nog in discussie met de Pachtersbond en LTO Noord.
De verzelfstandiging van het beheer moet ook schaalvergroting bevorderen.
Sinds november 2005 geeft Kampen al de gelegenheid aan pachters te kiezen voor schaalvergroting tot een maximum van 90 hectare door het overdragen van pachtrecht aan collega’s. Met het afstand doen van het beheer verdwijnt ook een lange traditie van bewogen beraadslagingen in de gemeenteraad. „Als het Kampereiland op de agenda stond, zat de raadszaal vol boeren”, memoreert burgemeester J. Oosterhof.