Wethouders ruziën over weilanden Elburg
DEN HAAG - De gemeente Oldebroek vindt het onaanvaardbaar dat de gemeente Elburg het open weidelandschap wil opofferen aan een bedrijventerrein bij Oostendorp. Dat bleek dinsdag tijdens een rechtszaak bij de Raad van State
Bovendien vreest de gemeente dat het bedrijventerrein van 13 hectaren vanaf de Zuiderzeestraatweg het zicht op de kerktoren van Oldebroek zal wegnemen. De gemeente Elburg denkt dat het verzet van Oldebroek een kwestie van jaloezie is.Staatsraad A. Kosto zei het vreemd te vinden dat de gemeenten en provincie Gelderland na elf jaar gesteggel over het bedrijventerrein naar de bestuursrechter stappen om het conflict op te lossen. „Als het conflict nu al vanaf 1995 speelt, dan hadden de gemeenten hun geschil toch al lang in der minne kunnen schikken?” zei Kosto.
Zowel wethouder Klein van Oldebroek als wethouder Bossenbroek van Elburg ontkende dat. Klein zei dat de locatie ten oosten van Elburg pas vorig jaar concreet werd in het bestemmingsplan van Elburg.
Kosto vroeg wat nu precies de grootste bezwaren van Oldebroek zijn. „Het open weidelandschap wordt opgeofferd aan een bedrijventerrein. En dat terwijl in het Gelderse streekplan staat dat het om een waardevol open landschap gaat dat moet worden beschermd”, zei wethouder Klein.
Provinciewoordvoerder P. Evers moest erkennen dat er bij de provinciale afdeling landelijk gebied fouten zijn gemaakt, door op een aantal kaarten en in brochures het gebied ten oosten van Elburg als landschappelijk waardevol gebied aan te prijzen. „De provincie heeft een speciale afwijkingsprocedure gevolgd zodat het gebied ten oosten van Elburg nu een multifunctioneel landbouwgebied is waar ook een bedrijventerrein mogelijk is”, zei Evers. De staatsraden zetten evenwel grote vraagtekens bij de handelwijze van de provincie.
Wethouder Bossenbroek gaf aan dat Elburg de 13 hectaren bedrijventerrein alleen beschikbaar stelt voor lokale bedrijven.
Mocht de Raad van State Elburg in het gelijk stellen, dan kan de gemeente met de aanleg beginnen.
Uitspraak volgt over zes weken.