„Wij hebben gebeden om kracht”
AMERONGEN - Of de meester en de juffrouw voor de kinderen én voor de leerkrachten willen bidden. Die vraag klinkt dezer dagen op christelijke basisschool De Regenboog in Amerongen, nu de 5-jarige scholier Metehan door zijn eigen moeder is omgebracht.
„God zal altijd over je waken.” De tekst staat geschreven op een vel papier op tafel in de school, samen met andere kleurplaten. Erboven kerstversiering. Ernaast een brandende kaars.Schoolkinderen herdenken hun medeleerling Metehan. Het allochtone jongetje kwam zondagavond op tragische wijze om het leven. Zijn psychisch zieke moeder (27 jaar) doodde haar bloedeigen kind. Sinds kort ging Metehan naar de school in Amerongen. Hij was ondergebracht bij een pleeggezin.
Schooldirectrice Annemarie van der Mede kreeg zondag het tragische bericht te horen. „Binnen ons team is de link gelegd met de moord op de scholier in Hoogerheide. Je denkt: Zoiets zal hier nooit gebeuren”, vertelt de vermoeid ogende vrouw op haar werkkamer in de school. Het donkere jongetje was nog maar een paar maanden op De Regenboog. „Het was een lief en sociaal kind. Ik was ervan overtuigd dat we hem absoluut warmte konden bieden.”
Kinderen veiligheid bieden. Dat ziet Van der Mede in deze droeve dagen als haar voornaamste taak. Onder meer medewerkers van Slachtofferhulp en een orthopedagoog bieden de helpende hand.
Vooral de wat oudere kinderen komen met vragen, bijvoorbeeld over de hemel. „Kinderen zoeken in dit soort situaties hun eigen weg. Dan zeggen ze: „Hij is nu in de hemel.” Dat zullen we ook bevestigen. Dan hoor je een kind zeggen: „Ik hoef nog niet naar de hemel”, waarna het weer verder gaat met het spel.” Jongere scholiertjes bevatten het drama nog niet helemaal, denkt de directrice. „Ze beseffen niet dat hun vriendje nooit meer terugkomt.”
Het gebed kreeg een plaats bij de verwerking van het drama. Bij kinderen, bij docenten. „Kinderen zeiden: Wilt u ook voor onszelf bidden? Maar ook voor de juffen en de meesters en de papa’s en de mama’s. Als team hebben we zelf ook gebeden om kracht.”
Van der Mede roemt de „kracht” van het schoolteam. „Zelfs leerkrachten die maandag vrij hadden, kwamen spontaan naar school om kinderen op te vangen.”
Voor ouders was er die avond een informatiebijeenkomst. „Die verliep op een goede, harmonieuze manier. Natuurlijk was er woede. Maar met woede halen we onze Metehan niet terug.”
Het komende kerstfeest op De Regenboog zal doorgaan. „Het is het feest van vrede, licht en hoop.”
Een medewerker van Slachtofferhulp merkt dat de dood van Metehan de kleine kinderen niet loslaat. „Toen een boer zei dat een kalfje op de boerderij was doodgegaan, antwoordde één van de kinderen: „Mijn vriendje is ook dood.”
Bij een supermarkt, op steenworp afstand van de school, bespreken twee vrouwen het drama. „Onvoorstelbaar”, zegt een van hen. „Als je zoiets als moeder doet, ben je echt ziek.” Een jonge moeder, met haar baby in de kinderwagen, denkt er net zo over. „Dat een moeder haar eigen kind kan doden. Onbegrijpelijk.”