„Sprookje Nationale DenkTank te mooi”
AMSTERDAM - Een gemiddelde chronische patiënt lijdt aan zo veel verschillende aandoeningen dat het nauwelijks haalbaar is al zijn behandelaars onder één dak bijeen te brengen. Het sprookje dat dit de zorg doelmatiger maakt, is iets te mooi.
Met die woorden bekritiseerde dr. B. Crul, arts en hoofdredacteur van het vakblad Medisch Contact, maandag het rapport van de Nationale DenkTank, een club van jonge academici. Daarin wordt een dergelijke reorganisatie van de eerstelijns gezondheidszorg voor chronisch zieken juist sterk bepleit.Behalve het feit dat de zorg voor chronisch zieken dan nauwelijks te coördineren is, dreigt volgens Crul het risico dat de arts in een groot behandelcentrum zijn vakmanschap verliest aan verpleegkundigen. „Hij is wel verantwoordelijk, maar kent ondertussen het kunstje niet meer.” Directeur H. Smid van ZonMw, de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie, stelde daartegenover dat een arts in een grote praktijksituatie juist meer tijd heeft voor gecompliceerde aandoeningen.
Ook de suggestie van de denktank om zorgverzekeraars te belonen voor het ontwikkelen van preventieprogramma’s ging gepaard met wisselende reacties. Bestuursvoorzitter L. Gunning van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam zag in dergelijke programma’s een prima middel voor verzekeraars om zich op de markt te onderscheiden. „Een verzekerde kan eruit afleiden of zijn verzekeraar de goede dingen in de aanbieding heeft.”
De concurrentiestrijd waarin verzekeraars zijn verwikkeld biedt echter weinig ruimte voor investeringen in preventieprogramma’s, verzuchtte waarnemend voorzitter F. de Paauw van de CG-Raad, die opkomt voor chronisch zieken en gehandicapten. Volgens hem horen preventieprogramma’s die bewezen effectief zijn thuis in het basispakket.