Dat is de conclusie van een extern onderzoek naar belangenverstrengeling en voorkennis. De gemeenteraad gaf in september opdracht voor het onderzoek. Het rapport is vrijdag openbaar gemaakt. De gemeenteraad vergadert er maandag over.De VVD-wethouder (Bouwen, Economie en Mobiliteit) kocht in 1995, toen hij nog raadslid was, een stuk grond, waar de gemeente nu de nieuwbouwwijk Klapwijk-Noord wil bouwen. De benodigde grond hoopte Pijnacker-Nootdorp via voorkeursrecht te bemachtigen. Dat houdt in dat de gemeente als eerste de grond mag aankopen, pas daarna mogen particulieren naar een, vaak beter betalende, projectontwikkelaar. Van Adrichem maakte succesvol bezwaar tegen dat voorkeursrecht en verkocht een deel van zijn grond direct aan de ontwikkelaars.

De wethouder heeft de grond destijds niet gekocht uit winstoogpunt, concluderen de onderzoekers. De ontwikkeling van Klapwijk-Noord was destijds onzeker en ver weg. Van Adrichem wilde op het stuk grond tuinieren en het was een goede investering van het geld dat hij ontving van de verkoop van zijn bedrijf.

De wethouder heeft zich bovendien buiten de besluitvorming van het college over de grondverkoop gehouden en heeft zijn vrouw en later derden de onderhandelingen laten doen. Ook de prijs die Van Adrichem uiteindelijk voor zijn kavel heeft ontvangen wijkt volgens de onderzoekers niet af van de gangbare marktprijs.