Binnenland

Omwenteling zonder weerga

AMSTERDAM - Er is jarenlang aan gewerkt, de planningen zijn eindeloos nagerekend, door computers en door slimme mensen. „De nieuwe dienstregeling steekt foutloos in elkaar.” Toch houden ze er bij de NS rekening mee dat er volgende week het nodige misgaat. Het begrip onder reizigers voor de noodzaak van de omwenteling neemt ondertussen toe en zit op 85 procent.

Niek Sterk
7 December 2006 09:39Gewijzigd op 14 November 2020 04:20

Er is in Utrecht een Centraal Informatiepunt opgetuigd dat wordt gevoed vanuit de regio’s, de afdeling klantenservice is fors uitgebreid, net als het callcenter voor de medewerkers. „We kunnen niet alles vóór wezen, we zijn wel goed voorbereid”, zegt Max Ferwerda. In normale tijden leidt hij de afdeling transportbesturing van de NS, op dit moment is hij projectleider nieuwe dienstregeling. Hij bevestigt dat hij deze dagen een soort „koninginnedaggevoel” heeft.Wat dat precies inhoudt, hoeft ervaren NS’ers niet te worden uitgelegd. In 2001 ging het op 30 april zó gigantisch mis met de treinenloop naar en vanuit de hoofdstad en daarna op veel andere plaatsen dat de NS wekenlang zwaar onder vuur lagen. Sindsdien is Koninginnedag een soort terugkerend testmoment: is de organisatie nog steeds goed voorbereid op grote ongeregeldheden en calamiteiten?

Komende week is vér de overtreffende trap van Koninginnedag. Na de nacht van zaterdag op zondag is op de rails niets meer hetzelfde. Als in die nacht op 379 stations -waaronder een aantal nieuwe- 3336 vertrekstaten zijn verwisseld en 1050 nieuwe spoorkaarten zijn opgehangen, gelden in heel Nederland andere vertrek- en aankomsttijden, routes en overstapstations en is op veel plaatsen het materieel ingewisseld of anders samengesteld. „Omdat die staten ’s nachts in het donker worden aangebracht, lopen we ze bij daglicht allemaal nóg een keer na.”

Er zijn routes waar nu getrokken rijtuigen rijden, maar straks luxe dubbeldekkers langs het perron verschijnen. De eigen reservevloot stroomt in, samen met extra rijtuigen die in Duitsland zijn geleased. Tweehonderd extra treinen per dag brengen het totaal op 5200. „Routes veranderen, koppel- en ontkoppelpunten liggen op andere plaatsen. Treinen die we voorheen splitsten, blijven aan elkaar en andersom.”

Wat komende week een erg onzekere factor is, is het gedrag van de reiziger. „Ons treinsysteem moet zich ’zetten’, maar ook de reizigersstroom moet een nieuwe inbedding krijgen, z’n evenwicht hervinden. Wij kunnen niet in de hoofden van reizigers kijken en we konden niet het hele spoor stilleggen om ’droog’ te oefenen. Mensen kunnen straks na een negatieve ervaring -te volle trein, lastige overstap- kiezen voor een andere oplossing. De vraag is dan: met hoeveel tegelijk doen ze dat?”

Het wordt een militaire operatie, zoveel is zeker. Sinds mensenheugenis gaan nieuwe dienstregelingen in op zondag. „Die dag is om te wennen, voor het echte werk op maandag.” Alle ogen zijn gericht op de NS als grootste personenvervoerder, maar de nieuwe dienstregeling kwam tot stand in samenwerking met zestien (goederen)vervoersbedrijven en spoorbeheerder ProRail. „Heel het openbaar vervoer van Nederland herordent zich. Bijna alle bussen hebben ermee te maken, het hele voor- en natransport hangt samen met de tijden van de spoorwegen.”

Van cruciale betekenis zijn 1500 tellers die zijn ingehuurd om de eerste negen dagen in 700 teldiensten hun werk te doen. „Ze tellen niet letterlijk, maar moeten schatten. Per trein delen ze een kleurcode toe. Blauw is een trein die lang niet vol zit, groen is oké. Is de code geel dan moeten er mensen staan, en bij rood is er een probleem: die trein is veel te vol. Op dat moment bekijken we wat er in de bijsturing kan. Dat kan en moet snel. Het zou dus kunnen gebeuren dat materieel na één of twee dagen anders wordt ingezet.” Eind januari gaan de tellers opnieuw een week aan het werk.

De NS doen er deze weken alles aan om voor het voetlicht te krijgen dat de totaal gewijzigde dienstregeling voor 2007 de opmaat vormt voor die van 2008 en 2009. „Reizigers die nu nadeel ervaren -omdat een stabielere treinenloop soms fout uitpakt in tijdsduur of overstap- gaan komende jaren meemaken dat hun ongemakken verdwijnen. Nieuwe infrastructuur -vier sporen Utrecht-Amsterdam, Betuweroute, HSL-Zuid- zal telkens verlichting geven, net als de ingebruikname van nog meer nieuwe stations en bijgebouwde perrons en verhoging van treinfrequenties.”

Een van de majeure uitgangspunten bij het ontwerp van het nieuwe spoorboekje was de capaciteit van de Schipholtunnel. Vanaf zondag kunnen daar per uur 38 treinen doorheen. Als de HSL-Zuid medio 2007 klaar is, worden dat er 48. Over vier sporen en langs zes perrons. „Was een vals brandalarm in de tunnel al nooit welkom: we hopen dat in het nieuwe regime eigenlijk nooit mee te maken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer